Pleuni’ “Net een vleeskeuring, dus vraag ik naar een jury-rapport…”

Kona Race report deel 1
Op check-in day staat een stuk of vijftig mannen met een notebloc aantekeningen van ons te maken terwijl we in de rij staan om de racespullen af te geven. Het is net een vleeskeuring, dus ik vraag ze of ik zo een jury-rapport krijg en of ik goed in de markt lig. Ze lachen en vertellen dat ze opschrijven wat voor fiets/wielen/schoenen/schakelgroep/kleding ik heb. Iets minder glitter en glamour, maar toch voelt het opeens alsof je er toe doet voor de triatlonmarkt.
Ook de astronomische hoeveelheid vrijwilligers geeft een profi gevoel. Het probleem van Big Island is alleen dat er vooral pensionado’s wonen. 80+’ers. Rachel is een schat en begeleidt me door het wisselpark, ze vertelt me dat je je helm direct moet afdoen als je van de fiets komt (leek me unlikely want hiervoor krijg je normaal een tijdstraf), dat er geen zonnenbrandcreme wordt uitgedeeld (okay dat leek me nog onwaarschijnlijker tenzij ze 2500 gebraden atleten willen) en de route door het wisselpark kent ze niet.
Mede-deelnemer Steff Overmars krijgt zelfs te horen dat ie zijn fietsschoenen niet alvast mag inklikken op zijn fiets. Toch neemt Rachel’s baas, de transition parc director, zijn taak erg serieus; hij flipt als hij ziet dat ik eigenhandig een wisselparkverkenningsrondje loop, wat blijkbaar niet mag. “Excuse me sir, I am also very serious about my task at this Ironman, so let me do my job”, glimlach ik naar hem, maar hij lacht niet terug. Hij kan de boom in.
Op race-day brengen de artistieke en jongere vrijwilligers de plak-tatoeages met de startnummers aan. Dat is luxe. Het nr 2289 staat voor eeuwig op mijn armen. Door de medische-vrijwilligers worden we gewogen voor een optimale behandeling op de finish (i.v.m. vochtverlies). In plaats van dit als een voorbode te zien van hoe heftig deze dag wordt, maak ik me meer druk over de 2 kg die ik voor de start al lichter had willen zijn.
Het ligt vast aan mijn superhydratatie en doordat ik uniek goed geslapen heb voor de race.
De stilte voor de zwemstart is een magisch moment: boardbabes op surfplanken bakenen de startlijn af, koraalvisjes kietelen mijn voeten en langs de kant staat een enorme mensenmassa. Maar het allermooiste is het Amerikaanse enthousiasme van de boardbabes en de andere vrijwilligers wat de hele dag aanhoudt “you girls are awesome”, “you rock” en “you look hot”, dat laatste werd op een gegeven moment nogal letterlijk.
Als een stel roofvogels cirkelen helikopters in de lucht om de pros te volgen. Dat ze ook de agegroupers filmen ondervind ik 10h later, als ik in de berm lig en mede-deelnemer Ivar Brinkman me repatrieert. Maar dat weet ik bij de start nog niet.

Kaboem! Een kanon schiet ons weg. De wasserette op ons resort is niets vergeleken met deze 3.8km lange wasmachine. Gelukkig heb ik tijdens de uren snorkelen hier geleerd hoe je je ongedeerd tussen de rotsen moet manoeuvreren, en dat is veel moeilijker dan door een mensenmassa.
Na een kilometer voel ik me net als Tom Hanks in de film Cast Away die zijn enige vriend -een lekke voetbal- op het onbewoond eiland waar hij terecht is gekomen niet wil kwijt raken en em achterna probeert te zwemmen in een woeste zee; ik zit namelijk ik een zwemgroepje dames die ik eigenlijk net niet bij kan houden. In setjes van 20 slagen maximaal lukt het me steeds net aan te pikken.
We slalommen veel -voor een WK- verbazingwekkend langzaam zwemmende mannen voorbij.
Later deel 2