Pien Keulstra ; Van schaatsen naar triathlon en waarom!
“Waarom Pien? Waarom heb je de overstap gemaakt van schaatsen naar triathlon?” wordt mij vaak gevraagd door de mensen die weten dat ik heb geschaatst. Ik kan daar uitgebreid op in gaan maar daar heb ik niet altijd zin aan en dan geef ik antwoord in de trant van: het schaatswereldje lag mij niet in meerdere opzichten en ik had het gevoel dat ik mijn plekje zou kunnen vinden in de triathlon. Een leuke kanttekening is misschien wel dat men hier in Limburg niet weet wat een Elfstedentocht is en vaak niet weten dat ik heb geschaatst. Schaatsen leeft hier niet, bijna niet.
“Ja, maar Pien, er is toch een ijsbaan in Geleen, wil je daar niet eens heen?”Als schaatsers lachten we daarom: Geleen, heeft Geleen een ijsbaan? Voor velen begin ik hier in Sittard dus gewoon pas met trainen.
Waarom ik dacht mijn plek te kunnen vinden in de triathlonsport? Ik voelde mij altijd zo fijn en voldaan na een rondje hardlopen of een duurritje op de fiets van drie uur. Ik vond het prachtig om met mijn ouders en broer (Ynze) zondagochtend mee te gaan na het zwembad, ondanks dat ik de avond daarvoor nog een schaatswedstrijd had gereden en laat was thuis gekomen. Bij ons thuis is het een komen en gaan van mensen, die gaan trainen en dat is dan zwemmen, fietsen of lopen. Dat triggert kan ik je vertellen! Iets in mij zei dat ik lekker mee moest gaan als ik daar zin in had.
Een aantal jaren heb ik het schaatsen op één gezet en deed ik, waar mogelijk, een Eredivisie wedstrijd triathlon mee. Elke keer kreeg ik de bevestiging van een gevoel wat ik al langer had: dit is gaaf! Dit wil ik vaker doen!
Anderhalf jaar geleden vroeg Guido Gosselink (Triatlonclub Twente) of ik het niet leuk vond om de talentendag mee te doen die de NTB jaarlijks organiseert op meerdere locaties in het land. Deze dag, bestaande uit twee testjes en een presentatie is bedoeld voor, zoals de titel het al aangeeft, “talenten” tussen de 12 en 18 jaar ongeveer. Ik was toen al ouder. Ik deed dan ook mee omdat ik het mooi vond om een 1500 mtr op de baan te lopen en een testje te zwemmen in het zwembad. Naderhand weer die bevestiging dat dit zo leuk is. Onbevangen en met ontzettend veel lol deed ik de wedstrijdjes mee, net als hoe het bij het schaatsen ook is begonnen, puur uit liefde voor de sport, het machtig mooi vinden om te trainen en die beweging te finetunen. Dit geldt voor het schaatsen, maar natuurlijk ook het zwemmen.
Zo ontstond steeds meer het gevoel bij mijzelf dat ik het gewoon moest doen als dàt was wat ik wilde. Zo ben ik dat jaar in de zomer en winter 2014 al af en toe aangesloten bij het Nationale Trainingscentrum (NTC) te Sittard. Dat heb ik gecombineerd met het schaatsen en studeren. Keer op keer heb ik mij verbaasd in de weken dat ik meetrainde met de bond. De ene keer omdat ik opmerkte dat het nog leuker was dan ik al dacht, de andere keer omdat alles mocht. Drie uren fietsen, kon ook drie uur en twintig minuten worden en je kon er rustig vanuit gaan dat je erna ook nog dertig minuutjes mocht gaan lopen. Moe? “Moe zijn” is iets wat je als triatleet het grootste gedeelte van de tijd bent en als je geluk hebt, ben je in de dagen voorafgaand aan de wedstrijd minder moe en voel je je fitter worden. Kortom: je mag dus moe zijn! Dan mag ik dus ook veel doen want een beetje moe zijn, is niet erg en daar mag je gewoon doorheen. En anders is het ook gewoon geen doen om drie onderdelen te trainen in week waar maar 7×24 uren zitten.
“Ja, dit staat mij wel aan dacht ik.” In de zomer van 2015 heb ik dan ook de overstap gemaakt naar Sittard waar ik momenteel train bij de nationale selectie onder Jordi Meulenberg, met het idee dat ik hier op de plek ben waar ik mijzelf verder denk te ontwikkelen als triatleet. Ik denk dat het programma wat de bond mij hier kan bieden, mij helpt in mijn ontwikkeling. En laat Sittard nou net aan het randje liggen van het mooiste stukje Nederland als je het mij vraagt. Elke dag weer heb ik het geluk te mogen trainen in prachtige omgeving waar alles te vinden is wat ik me maar kan bedenken. Als ik een ronde wil fietsen zonder veel auto’s tegen te komen, rijd ik een rondje Duitsland waar men haast geen fietspaden kent dus je gewoon op de straat kan en waar niet om de 200mtr een stoplicht staat. Wanneer ik mag lopen, ga ik het liefst de heuvels in waar ik elke keer weer andere paadjes vind en knooppunten ontdek om mijn rondjes nog verder uit te breiden. Op die momenten, wanneer ik in mijn eentje om een uurtje of elf in het zonnetje een heuveltje oploop net over de grens bij Hillensberg, een kerkklok hoor luiden, besef ik dat ik maar weer een geluksvogel ben.
Daarnaast heb ik natuurlijk de gezamenlijke trainingen waar de dagelijkse zwemtraining er een van is. Ik heb mijn plekje aan de zijkant in baan 7. Links is de kant, rechts van mij, zwemmen de snellere zwemmers. Ik ben beginnende en net als bij het schaatsen, wil ik technisch zo goed mogelijk leren zwemmen. Dit kost veel tijd want het creëren van watergevoel is niet iets wat ik van de een op de andere dag onder de knie heb net als dat ik niet van de een op de andere dag een rondje 30.5 kon rijden op het ijs. Stapje voor stapje voel ik steeds beter wat ik aan het doen ben. Met veel hulp van de trainers langs de kant probeer ik de basishouding goed te krijgen alvorens ik begin aan meer specifieke aanwijzingen. Wanneer ik dan een keer het gevoel heb, dat ik voel wat ik aan het doen ben en daar controle over heb, vind ik dat prachtig.