Mirjam Weerd haar zeer persoonlijke verslag over Challenge Almere
Het is vrijdag 16 september. Op het balkon van mijn hotel kijk ik uit over de zee. Vorige week zat ik nog op de Eemhof. Nu alweer in Amadores op Gran Canaria voor de volgende race. Het leven staat niet stil. Het gaat door en door en door. Soms hele gave dingen, soms hele verdrietige. Ruud weet daar alles van zoals je al kon lezen in zijn blog.
Challenge Almere was een bijzondere race voor mij. Eindelijk goed geprepareerd voor de oudste lange afstand triathlon in Nederland, eindelijk gaan voor die lange afstand titel en zou een tweede internationale overwinning er dit jaar inzitten? Rick en ik hebben de afgelopen maanden uit onze koffer geleefd. Ik deels trainend in Zwitserland met de Trisutto Squad, hij deels op de Antillen voor zijn werk. We gaan emigreren. Drie jaar naar een Caribisch eiland. En ondertussen probeer ik de focus te houden op die ene wedstrijd die zo belangrijk voor me is. Een paar dagen voor Almere wordt ons huis ingepakt. Onze bezittingen in een container. Heel apart. Vanaf de Eemhof rijden we op en neer tussen Amersfoort en Almere. Ik probeer te focussen op wat ik eerst moet doen en heb er zo’n zin in. Ik wil gewoon los.
Op zaterdagochtend meld ik me als een van de eerste atleten bij de wisselpark. Het is nog dicht en ik keuvel wat hier en daar. Ontspannen maak ik me klaar. Gaaf om iedereen te zien. Ik voel zoveel steun en dat blijft de hele wedstrijd zo. Vanaf de start voel ik me echter niet super. Oké, het maakt niet uit. Gewoon doen wat je moet doen. De dag is nog lang. Ik weet een gaatje te slaan met het zwemmen en dat weet ik 170km lang op de fiets vast te houden. Ik geniet van het fietsparcours dat ik vaak genoeg vervloekt heb. Ik ken het op m’n duimpje. Weet hoe de wind een rol speelt en wat ik er mee moet en kan doen. Ik geniet. Als ik door Camille wordt ingehaald blijf ik rustig. Ik push iets harder om mee te gaan. Maar besluit dat ik haar op het rennen maar in moet halen. Ik weet dat ik dat kan. Wat er verder achter me gebeurt, daar heb ik geen flauw idee van.
Eenmaal terug in Almere heb ik moeite een ritme te vinden. Maar dat is normaal en de dag is nog lang. Wat een mensen, wat een bekenden en wat een steun op het loopparcours. Geweldig! Na de eerste ronde lijk ik in te lopen. En dat geeft me vleugels. Ik gooi de remmen los en weet meter voor meter dichter bij de Française te komen. In het begin van het derde rondje loop ik haar voorbij. Mooi! Ik loop voorop! Als Nederlandse voorop in de Nederlandse wedstrijd. Dat wil ik het publiek zo graag geven. Mijn darmen spelen echter alweer op. Ik had mezelf beloofd niet naar de wc te gaan. Maar dat trek ik echt niet. Met een spons duik ik de bosjes in en ik zie de Française voorbij gaan. Geen nood. Ik pak haar weer terug. Dat doe ik ook. Maar even later moet ik toch weer en ineens begint alles zeer te doen. Ik verlies mezelf. Ik verlies het van mezelf. Het zwarte gat trekt en ik begin te wandelen. Het is zwaar, het is heet. Waarom doe ik dit ook alweer? Rick roept naar me dat ik mezelf moet belonen. Dat wil ik ook! Ik heb hier zo hard voor getraind. Alles opzij gezet. Alle boxen afgevinkt. En toch beloon ik mezelf niet. Of toch wel? De vierde ronde is wandelen, joggen. Hoe ga ik dit nog volhouden? Dit kan toch niet waar zijn? Ruud, Wim en Arjen jutten het publiek in het stadion op en geven me kracht. Het verzacht de pijn. Chris Brands, Merijn Schuurman en mijn eigen Rick trekken me terug naar m’n taak. Joggen, kleine pasjes, ritme zoeken. Niet nadenken, gewoon doen. Eten, appt mijn coach Susie die aan de andere kant van de wereld een soort Nacht van Almere beleeft. Concentreer je op voeding binnenkrijgen. Langzaam maar zeker jog ik weer, begint het op hardlopen te lijken en verdwijnen de pijntjes naar de achtergrond. De laatste ronde word ik boos op mezelf. Je laat het toch niet gebeuren dat je ook nog derde wordt! Er komt weer kracht in mijn afzet, ik ga weer vooruit. Sterker nog, van de 1,5 minuut voorsprong op nummer drie die ik heb, krijg ik vleugels. Ik vloek, ik ren, ik wil minstens die plek 2, al had ik zo graag in eigen huis voor eigen publiek willen winnen. De laatste ronde is een van de snelsten en ik weet de tweede plek te behouden.
Terwijl ik dit schrijf word ik weer emotioneel. Deze race wilde ik zo graag doen, zo graag goed doen. En ondanks dat ik baal dat ik niet heb gewonnen, ben ik zo ontzettend trots op mezelf dat ik de grote dip heb overleefd en eruit ben gekomen. Ik omhels Richard Belderok. Hij en het hele Challenge team hebben me jaar in jaar uit welkom willen heten. Eindelijk kon ik het waarmaken. Ik stamel geloof ik nog ‘sorry dat ik niet heb gewonnen’ en word dan overmand met emoties. Rick kijkt me aan alsof ik iets ongelooflijks heb gedaan. Mijn vader en moeder staan er, mijn broer en zijn vrouw met mijn neefje en nichtjes. TTW Ladies. Vrienden, kennissen. Tegelijk weet ik dat dit een voorlopig afscheid is van Nederland. Zo’n gek idee. Met mijn al jaren vaste fysio en vriendin Jacqueline Stoel begeef ik me naar de massage ruimte. Herstellen. Want volgende week mag je weer.
Het is werkelijk een rollercoaster aan emoties geweest de afgelopen weken. Je huis inpakken, afscheid nemen van vrienden, kennissen en familie. Mijn twee katten missen die een fantastisch huis hebben gevonden bij mijn beste vriendinnetje. Eindelijk Challenge Almere finishen, Nederlands Kampioen op de lange afstand worden. Dit hele jaar is bijzonder, dankzij het fantastische team van Trisutto. Stoppen? No way! Er is nog immers een wens over…
Foto’s Sharon Zuijdervliet en Cornelis Scheltinga