Rachel Klamer blogt; The Year After

 

 

Rachel Klamer is de afgelopen vijf, zes jaar ’s lands beste triatlete. Speciaal voor trikipedia.nl begon ze in januari vorig jaar met blogs. In de aanloop naar de Olympische Spelen ontbrak het haar aan tijd om verhalen op te tekenen. Nu pakt ze de draad weer op in een jaar wat wederom uitstekend is begonnen. Maar we gaan eerst terug naar de dag dat Rachel en Richard opstegen vanuit Nederland voor de zoveelste lange wereldtrip

 

We zijn op weg naar Kaapstad.  37 mensen, 1 stewardess en het vliegtuig zit niet eens vol. Enerzijds kijk ik terug op drie mooie, goede en gezellige trainingsweken, anderzijds ben ik blij dat we ‘terug’ naar Zuid Afrika gaan.

Na een lange reis kom ik aan in Windhoek. Ik heb nauwelijks geslapen en aan mijn vijf uur durende tussenstop in Frankfurt leek geen eind te komen. Een beetje gedesoriënteerd stap ik het vliegtuig uit. De zonnestralen vallen op mijn huid. Heerlijk.

De douaniers kijken chagrijnig voor zich uit. Ach, het is nog vroeg dus ik neem het ze niet kwalijk. Ik groet vriendelijk, geef mijn paspoort en immigratieformulier af en wacht. Ik word meteen toegesnauwd: ,,Waarom heb je niet je exacte verblijfsadres ingevuld? Ben je stom?!’’ Aangezien ik niet het exacte adres wist, had ik globaal aangegeven waar ik zou verblijven (iets wat normaal voldoende is). Ik vraag hoe ze dit doen als mensen gaan rondreizen. Er wordt gesnauwd dat ik hoe dan ook het exacte adres in moet vullen en meteen uit de weg moet gaan. Prima, maar hiervoor heb ik internet nodig en dat is er niet. Ze heeft geen geduld en wijst mij er op dat ik achteraan in de rij kan gaan staan. Ze houdt mijn paspoort. Nadat ze heel wat mensen heeft afgesnauwd, lijkt ze eindelijk bereid mij te helpen. Ze vertikt het om mij te helpen en zegt dat ik moet wachten terwijl er niemand meer te verkennen is. Mijn geduld is verdwenen en ik maak een fout: ,,Ik hoop dat u in het vervolg wat vriendelijker kan zijn’’. Dit was de druppel. Ik krijg te horen dat ik op de eerst volgende vlucht naar huis ga, al was ze dat toch al van plan. Alsof dit niet erg genoeg is, begint de andere vrouw stiekem met haar mobieltje te filmen. Ze hebben er duidelijk veel plezier in. Inmiddels kook ik van binnen, maar als ik nog een kans wil hebben, kan ik mij beter gedragen.

Ik vraag nogmaals om internet of een telefoon(nummer) van de ambassade, maar ze vertikt het om iets te doen. Over een uur komt Richard aan. Ik besluit het verhaal en alle telefoonnummers/contactnummers die hij nodig mocht hebben op een briefje te schrijven, in de hoop dat ik deze aan hem kan geven. Ik heb geen idee hoeveel beltegoed ik nog heb, maar ik kan geen kant op en besluit met mijn Nederlandse prepaid kaart mijn vader te bellen. 1 minuut en 54 seconden later hang ik op. Richard is mijn laatste kans, misschien kan hij wat regelen zodra hij er is.

De tijd lijkt voorbij te kruipen wanneer ik plotseling mijn naam hoor. Mevrouw kijkt nog steeds arrogant/chagrijnig en vraagt of ik mijn bagage niet heb. ,,Idioot’’, denk ik. ,,Hoe kan ik mijn bagage halen als ik mijn paspoort niet heb en niet door de douane kan?’’ Ahah! Daar lijk ik een goed punt te hebben. Plotseling krijg ik mijn paspoort terug en weet niet hoe snel ik weg moet komen.

Bijkomend van de stress, voel ik mij zo vrij als een vogel. Samen met Richard haal ik een lokale simkaart. Wie weet hebben we deze nog een keer nodig (..).

 

Ik geniet van de autorit: de uitgestrekte natuur, de zon en de rust. De lodge ziet er prima uit en ik krijg zin om te trainen. We doen wat boodschappen, pakken onze bagage uit en gaan een half uurtje lopen.

Toen ik hoorde dat de NTB op hoogtestage wilde gaan, stond vrij snel vast dat ik samen met Richard een weekje eerder zou gaan. De eerste paar dagen van een hoogtestage, trainen wij beiden erg rustig. Door eerder te gaan, konden we vast acclimatiseren om vervolgens volle bak met de andere mee te trainen.

De combinatie van de hoogte en de hitte, maken de eerste paar loop- en zwem trainingen zwaar. Vooral de hitte lijkt parten te spelen en na 15 minuten loop ik al te zwoegen. Aan lange duurlopen durf ik nog niet te denken!

Na een paar dagen gaat het beter. Alleen tijdens het zwemmen blijf ik de hoogte voelen. Van een goede onderwaterfase is geen sprake: adem in, keren en snel weer ademen! Ik doe in principe alle fietstrainingen met de mannen mee en laat mij uitdagen tijdens de tempo’s. Volle bak de mannen achterna en kijken hoe lang ik ze bij kan houden. Op wat scheenklachten na, gaat het lopen prima. Mijn hartslag wordt steeds lager en de lange duurlopen zijn geen probleem meer.

Drie weken vliegen voorbij en het is tijd voor de eerste wedstrijd van het seizoen. Normaal ben ik behoorlijk zenuwachtig voor een wedstrijd, maar dat is deze keer niet het geval. Het Olympisch seizoen zit er op, dus de druk om 100% in vorm te zijn is er (nog) niet. Ik weet dat ik voor een optimale race meer tijd nodig heb dan drie weken training, maar ik heb er zin in en we zien wel wat het wordt!

De tijd lijkt elk jaar sneller voorbij te gaan. De afgelopen maanden heb ik de tijd gehad om dingen te doen waar ik normaliter niet aan toe kom (skiën en familiebezoek), al kan ik nog een lijst maken met dingen die ik nog graag had willen doen!

Inmiddels ken ik de weg in Kaapstad beter dan in menig stad in Nederland. De vroege fiets- en zwemverkenning sla ik liever over: het water is toch te koud en ik slaap liever drie uur meer.

Het fiets parkoers is de afgelopen jaren nauwelijks verandert, maar er is geen enkele wedstrijd waarbij ik het parkoers niet voor de start verken. Mijn ritueel is tegenwoordig altijd hetzelfde: fiets warming-up, inchecken, fiets in de wissel, loop warming-up, klaarmaken voor de start/zwem warming-up.

Na mijn eerdere ervaringen met het koude zwemwater in Kaapstad, besluit ik de zwem warming-up voor de wedstrijd over te slaan. Een elastieken band zal deze keer het werk moeten doen.

Het stuk tot de eerste boei gaat wat moeizaam. Niet dat het slecht voelt, maar het gaat te langzaam. Langzaam kom ik op gang en zwem ik het gat tot de top drie bijna dicht. Ik spring als vierde op de fiets, passeer nummer drie, maar ze kan mij niet bijhouden.

Image by Greg Beadle

Vrijwel meteen rijd ik alleen en besef ik dat de wissel en het aantrekken van mijn fietsschoenen teveel tijd heeft gekost. Het gat met de koploopster wordt nauwelijks kleiner, terwijl het gat achter mij groter wordt. De wind waait hard en ik probeer mij zo klein mogelijk te maken. Bij het keerpunt zie ik de grote achtervolgende groep op ongeveer gelijke afstand met de kopgroep voor mij. In een meer eenzame positie kan je niet zitten.

Ik zie Louis schreeuwen, maar door de harde wind versta ik niets van wat hij zegt. De volgende ronde begrijp ik dat ik moet doorfietsen en dat het een solo race gaat worden. Ik hou mijn Pioneer in de gaten en probeer het wattage gelijk te houden met die éne tempotraining die we deden in Namibië.

De wisselzone ziet er leeg uit. Er staan twee fietsen, iets wat raar aanvoelt. Al vrij snel tijdens het lopen krijg ik last van zijsteken. Mijn tempo zakt en na vier kilometer word ik ingehaald. Ik haak niet aan, maar het gat lijkt niet snel groter te worden. Helemaal kapot voel ik mij niet, maar door de steken kon ik niet harder lopen. Een vierde plek is prima voor nu, maar een podiumplek is waar ik voor ging.

Rachel Klamer

 

Ruud de Haan

Ruim dertig jaar geleden aangestoken met het triathlonvirus. Als super-recreant races gedaan en door toedoen van Mels de Kievit aan de micro beland en die nooit meer los gelaten. Samen met maatje Wim van den Broek zo veel meer dan 1000 wedstrijden als speaker gedaan. Zo af en toe actief voor Eurosport als commentator bij triathlons.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.