Het is de dood of de gladiolen voor Miriam van Reijen op WK Zofingen
Ze heeft maar 1 doel: wereldkampioen worden. Zondag moet het voor Miriam van Reijen op de Powerman Zofingen gebeuren. De atlete uit Amsterdam kijkt terug op een goede Embrunman en is klaar om haar ambities waar te maken: ’s werelds beste in het Walhalla van de duathlon! Hieronder vertelt Miriam hoe ze naar de ultieme race toe leeft.
,,Embrunman en het WK duathlon. Die twee wedstrijden wilde ik dit jaar op mijn best zijn. Volgens mijn coach (Stefaan Devlieghere) zou ik, twee weken na Embrunman, kunnen pieken in Zofingen. Ik had er nog mijn bedenkingen over. Zeker in de dagen na Embrunman waarbij mijn enige training bestond uit het scheef de trap oplopen. Maar volgens Rahel (Bellinga) zou het goed komen en zou ik na een weekje geduld echt weer kunnen lopen en fietsen. Een week voor het WK stond er nog een pittige koppeltraining op het programma waarbij ik 3×30 km fietsen afwisselde met 3x5k lopen op wedstrijdtempo. Wonderbaarlijk ging deze training boven verwachting, beter dan vorig jaar een week voor het WK, en stilaan begon ik vertrouwen te krijgen in die zogenaamde topvorm.
Nu, een paar dagen voor de start voel ik me superfit, supereager en vooral supergemotiveerd. Mijn ambitie voor Zofingen is heel duidelijk: ik wil wereldkampioen worden. Dat er een mogelijkheid is weet ik zeker. Dat het heel moeilijk gaat worden weet ik ook. Vorig jaar, toen ik tweede werd, was ik ontzettend blij met mijn tweede plek. Maar veel minder tevreden met mijn race. Mijn eerste run was slecht, tijdens het fietsen wist ik grotendeels niet waar ik het moest zoeken en er waren meer momenten dat ik dacht dat ik het niet ging halen dan wel. Dat ik toch een tweede plek wist te halen kwam simpelweg omdat ik weigerde om op te geven en het niet kon maken, met alle support en trainingsarbeid, om voor de finish het bijltje erbij neer te gooien.
Dit jaar hoop ik op een betere race (alhoewel lastig te vergelijken door een langere 1e run, een ander fietsparcours en andere tweede run), meer vermogen en ook meer lef. ‘Racen’, zoals Stefaan zegt. Ik ben gewend om mijn eigen wedstrijd te maken. Op gevoel, mijn eigen tempo te fietsen en lopen en pas aan het eind te kijken of ik nog wat plekken op kan schuiven. Nergens te versnellen maar steady state de wedstrijd te volbrengen. Dat betekent dat ik nog nooit gecrasht ben in een wedstrijd. Maar ook dat ik nog nooit echt geracet heb en echt het risico heb genomen om vol gas te gaan. Om wereldkampioen te worden zal ik niet kunnen inhouden, rekenen of op reserve kunnen fietsen. Het wordt de figuurlijke dood, of de gladiolen.”