Dit is het huiveringwekkende levensverhaal van Brice van der Post: van junkie tot Ironman
VRIJDAG – Dit is het levensverhaal van Brice van der Post, een 19-jarige triatleet woonachtig in Den Haag. Deelnemer aan de Ironman Malaysia en daar net als Martin Kleinjan derde geworden in zijn agegroup (M18). Brice debuteerde op de Ironman in 11.29.50 uur, gegeven de omstandigheden een knappe prestatie. Helaas leverde dat hem – in tegenstelling tot Martin – geen Kona-slot op, maar Brice is vastbesloten daar volgend jaar verandering in te brengen. Meer nog dan deze knappe prestatie spreekt het nog korte leven van Brice van der Post tot de verbeelding. Met zijn 19 levensjaren heeft hij meer mee gemaakt dan mensen van hoge leeftijd. Lees mee en huiver.
Hoi, mijn naam is Brice. Ik ben 19 jaar oud en ik ben een verslaafde….
Ik heb een verhaal, waarvan ik vind dat iedereen het mag weten. Ik weet niet precies waar te beginnen, maar ik weet wel waar het heen gaat en dat het anderen kan helpen in een vergelijkbare situatie, waarin ik ooit verkeerde. Ik kan niet alles tot in detail vertellen. Daar ben ik nog niet aan toe. Maar het geeft een idee hoe het was. Hier gaan we.
Indonesië
Ik groeide op in Indonesië, waar ik de eerste 15 jaar van mijn leven doorbracht op Bali. Ik voelde me gelukkig en noemde het mijn thuis. Het begon allemaal op mijn twaalfde, ik weet nog de datum: 11-11-2011. Toen ik mijn eerste drankje had. Er viel een last van mijn schouders, niets kon me nog schelen. Het was ik en mezelf: dansen, lachen en rondhangen op festivals.
Al snel werd het een wekelijkse routine. Iedere vrijdag ontmoette ik vrienden in de bar, werd dronken en ging het clubleven in. Twaalf jaar, we reden op grotere motorfietsen dan onze vaders, rookten sigaretten en dronken. Bali kende geen regels, het was een paradijs. In de jaren daarna werd het drinken steeds erger en mijn gedrag liep de spuigaten uit. Mijn ouders konden me niet meer aan.
Nederland
2014 was een hectisch jaar. Mijn school mislukte falikant, ik ging veel uit en nam drugs. Nota bene in Indonesië, een land waar drugs uiterst illegaal is en waar je met slechts een paar gram cannabis op zak voor jaren in de cel belandt. Uiteindelijk besloten mijn ouders me naar Nederland te sturen. Daar leefde ik bij mijn peetouders in Hilversum. Het schooljaar in Nederland stond op het punt te beginnen toen mijn vader de diagnose longkanker kreeg. Voor ons allemaal een moeilijke tijd. Ik wilde het echt proberen, op de reset-knop drukken. Maar binnen een maand was ik depressief.
Ik kwam van eindeloze zomers, surfen voor schooltijd, uitgaan in clubs, motorrijden, mooie meiden, beach party’s. Dat werd in Nederland een koude, donkere plek waar mijn leeftijdsgenoten op de PlayStation zitten, terwijl ze cannabis rookten. Dat was te zwaar voor me. Ik ging flink aan de cannabis: vóór, tijdens en na schooltijd. Mijn cijfers kelderden. In de winter was ik zwaar depressief, begon in mijn benen te snijden, sterke drank en kauwde op benzo (een soort XTC die vooral thuis gebruikt wordt, WvdB) op mijn donkere zolderkamertje. Ik was vijftien. O ja, ik had ook een meisje.
Het werd allemaal te veel voor mijn peetouders. Toen ik weer eens compleet van de wereld om 3 uur ’s nachts thuis kwam, stonden ze me op te wachten. Razend waren ze. Ze boekten direct een vlucht naar Indonesië. Twee uur later dropten ze me op Schiphol, ik kreeg geen tijd meer om afscheid te nemen van mijn Nederlandse vrienden.
Indonesië
Drie maanden verbleef ik in Indonesië. Precies in die tijd verloor ik mijn beste vriend, de enige persoon die me begreep en waarvan ik oprecht hield: op 7 mei 2015 overleed mijn vader. De meest pijnlijke, emotionele dag in mijn leven. Ik kon het niet geloven. Papa.
Mijn vader had een meubelzaak. Mijn moeder stond er ineens alleen voor. Zonder veel ervaring. Het was veel werk om de zaak voort te zetten en ze kon daar geen drugsverslaafde zoon bij hebben. De zomer van 2015 bracht ik in Zuid-Frankrijk door. Drank, drugs en leven op straat. Ik verdoofde me letterlijk in slaap.
Toen het schooljaar weer begon was ik terug in Nederland bij vrienden van mijn ouders. Echt geweldige mensen, maar na een maand of drie, vier waren ze me compleet beu en vroegen me te vertrekken. Dat deed ik.
Portugal
Ik kocht een vliegticket naar Portugal. Zonder een cent op zak besloot ik te gaan rondtrekken. Ik reisde de hele kuststrook van Portugal af, bleef een maand in Lissabon vervolgens naar de Algarves waar ik vier maanden bleef. Ik verdiende wat extra geld bij WorkAway, een organisatie die mensen onderdak en wat te eten geeft. Ik verdiende ook wat bij met het maken van die enorme zeepbellen, waar toeristen je wat toestoppen.
Mijn zware drugsgebruik begon in Lagos, in het zuiden van Portugal. Als het toeristenseizoen begint is het er druk met mensen uit heel Europa. ’s Nachts hielden ze er krankzinnige underground feesten, die ook gevaarlijk waren. Vooral ’s ochtends als de zon opkwam en je zag de gezichten van de junkies. Vreselijk. We namen soms wel tien verschillende soorten drugs. Ik ben naar vele raves (dancefeesten met veel drugsgebruik, WvdB) geweest, maar die haalden het niet bij wat ik in Portugal zag. Ik was zestien, zat in bergachtig gebied in Portugal mijlenver van de dichtst bijzijnde stad vandaan, compleet op mezelf. Nauwelijks in staat om te wandelen of te praten. De op één na jongste was dertig, maar het maakte me niet uit. Misschien was ik een beetje bang, maar vooral nieuwsgierig. In fact: I didn’t give a fuck.
Na een paar maanden Lagos was het te veel. Mijn hoofd bonkte, ik voelde dat het fout was, ik kon niet meer logisch denken. Ik moest weg. Ik ging naar Sagres aan het strand. Drie dragen. Cannabis roken, pasta eten, hoofd leegmaken en surfen. Ik werd ongerust, maar ook een vreemd gevoel en ben terug gegaan naar Lagos om mijn spullen te halen. Onderweg kreeg ik hallucinaties van mensen, die ik meende te kennen. Ik fluisterde voortdurend: ik zie mensen, ik zie mensen. In Lagos wilde ik afscheid nemen van de vrienden daar, maar ben abrupt weg gegaan. Ik moest weg.
Spanje
Ik kocht een buskaartje naar Sevilla in Spanje. Onderweg moest ik bij elke stop een joint opsteken anders werd ik gek. Het was een hel. Sevilla was overweldigend. Ik had nauwelijks geld voor een cola of pizza en was nauwelijks bij machte mijn rugzak van 20 kilo en surfboard mee te dragen. Hopeloos liep ik uren rond door de stad. Ik sprong op de trein naar Malaga, waar ik ’s nachts arriveerde. Geen fijn station overigens, veel mensen en ik wist niet waar ik heen moest. Ik werd er letterlijk gek van. Een telefoon had ik niet, wel mijn laptop maar ik had mijn oplader in de trein laten liggen. Ik was voortdurend tegen mezelf aan het praten: ,,No! You don’t understand!’’ Ik wilde naar huis, waar het veilig was.
Maandenlang heb ik op straat geslapen, drugs genomen en me afgespoeld in de Middellandse Zee. Mentaal zat ik stuk. In de MediaMarkt probeerde ik een oplader te stelen, maar werd gepakt. Ik huilde, probeerde mijn situatie tegen die agent uit te leggen. Gelukkig toonde hij begrip en kon ik mezelf eruit kletsen. Toen ik de trap naar beneden nam, hoorde ik duizend stemmen in mijn hoofd die me zeiden te springen. Ik probeerde het in de hoop eerst op mijn hoofd te vallen, maar ik had er de kracht niet voor. Ik kon amper staan, sliep nauwelijks. Aan de chaos in mijn hoofd moest een eind komen.
In een bar bij het station mocht ik van iemand een oplader lenen. Ik besloot te videobellen met mijn moeder. Het was de eerste keer in een jaar dat ik haar zag en sprak. Ze was erg emotioneel maar ook opgelucht. Ze had geen idee waar ik al die tijd had uitgehangen. Ik zei dat ik hulp nodig had. Gelukkig woonden een paar goede vrienden van haar in Malaga. Ik pakte de eerste taxi en mocht bij hen blijven, ik weet niet eens hoe lang. Het ontgiftigingsproces kon beginnen al had ik wel wat hash nodig om rustig te worden.
Na een paar weken kon ik weer gaan, reisde doelloos door de provincie Malaga, waar ik een drugsdealer uit Ceuta ontmoette. Hij gaf me een kamer in ruil voor de verkoop van drugs. We feestten veel op illegale raves en festivals. Ik had genoeg geld om een nachtje hotel te pakken, me de andere morgen stond de politie aan de deur. ,,Brice van der Post, je familie in Portugal zoekt je.’’ Ik zei: ,,Ik heb geen familie in Portugal, jullie zitten fout.’’ Maar er bleek een internationaal opsporingsbevel met mijn naam erop. Een Portugese vrouw zag me dag en nacht met drugs op straat en was bezorgd. Zij had de politie gebeld.
Ik bracht een paar dagen in een beschermd huis voor jongeren door. Tot een paar echt belangrijke mensen uit mijn leven me kwamen redden. Ik noem hen niet, ze zijn mijn beschermengels en namen me in hun huis, schreven me in voor school en hielpen mijn leven terug op de rails te krijgen. Mijn moeder was hier op de achtergrond bij betrokken en steunde me volledig.
Dat was het. Een nieuw leven kon beginnen in Malaga. Nieuwe school, nieuwe vrienden. Ik zou veranderen. Ik vergat de drugs en focuste op wat ik moest doen.
Twee weken later rookte ik een joint, een week later was ik weer bij mijn favoriete drugs. Dat jaar was ik sterk afhankelijk van deze drug. Ik voelde me verward. Kort ervoor reisde ik nog rond, sliep overal en feestte. En nu stond ik met tieners op school over snapchat te praten en vroegen me of ik de meisjes in mijn klas leuk vond. Ik sloeg me er doorheen, maar kon niet leven zonder mijn drug. Ik werd er verliefd op, voelde me er beter, slimmer, grappiger door. Zonder drug was ik een depressieve, verloren jongen.
Op 15 april ging ik naar mijn eerste verslavingskliniek. Even ging dat goed, maar ik werd agressief. Ik begon mijn armen en benen open te halen met scheermesjes, beukte op de muren tot mijn vingers bloedden en braken. Ik bonkte met mijn kop tegen de muur, stak mijn schoolboeken in de hens en snoof de voorgeschreven medicijnen in plaats van ze in te nemen. Het personeel waarschuwde dat ik naar een psychiatrische inrichting zou moeten als het zo doorging.
En dat gebeurde. Een ambulance bracht me erheen. Bed op de vloer, tralies voor het raam, camera in de hoek, badkamer vergrendeld. Bestek van plastic, want ik kon me weleens van het leven beroven. Ik flipte volledig, werd gek. Schreeuwen, gillen en vloeken tegen mijn begeleider en mijn moeder toen ze me daar achterliet.
De dokter zei: ,,We kunnen het op de normale manier doen. Je neemt je medicijnen en doet rustig of we moeten geweld gebruiken.’’ Ik raakte buiten zinnen, duwde hem en de twintig zusters naast hem weg. Binnen dertig seconden was ik aan een bed vastgebonden en stopten ze een naald in mijn kont. In dat ‘shit-hole’ ben ik een maand gebleven. Ik was een zombie geworden.
Nederland
Een maand later bezochten mijn moeder en mijn jongere broer me. Samen gingen we naar Amsterdam. Het was oke, zolang ik aan de anti-psychotica was. Maar met de hoeveelheid en de manier waarop ik drugs bleef gebruiken, zou ik het niet lang meer maken.
Rond die tijd kwamen we in contact met Yes We Can Youth Clinics. Daar werd ik toegelaten om te worden opgenomen. Op 23 augustus 2017 begon mijn behandeling. Ik was 18. De datum zal me altijd bijblijven als de datum waarop ik nuchter ging worden. Ik kan de coaches, begeleiders en therapeuten van Yes We Can niet genoeg bedanken. Ze geloofden in me en gaven nooit op, terwijl ik elk regel in de kliniek aan mijn laars lapte. Wat zij zien in tieners als ik, hun passie om te helpen, is ongelofelijk. Een hele speciale tijd, waar ik nog tranen van in mijn ogen krijg. Ik leerde mezelf echt kennen daar.
Het eerste wat ik deed toen ik buiten stond was een tatoeage met mijn moeders naam in het Arabisch op mijn hart laten zetten. Mijn moeder is half Algerijns, ze heet Djamila en dat betekent ‘prachtig’ in het Arabisch. In de kliniek besefte ik wat een fantastische moeder ik had en dat ze zoveel had moeten doorstaan. Eerst haar man dood, daarna een jongere broer (mijn oom) en ook nog alle sores met mij. Ik bedreigde haar, stal geld van haar, intimideerde haar en toch gaf ze nooit op. Ze geloofde in me. Vandaag de dag hebben we een hechte band en ze is trots en gelukkig om me nu te zien.
Op 1 november verliet ik de kliniek en ging naar een afkickhuis voor tien maanden. Eerst was ik er onzeker, verloren en angstig. Ik was op mezelf, mijn favoriete drug kon me niet helpen. Na een paar maanden besefte ik dat ik hetzelfde deed als wanneer ik high was, behalve dan dat ik nu nuchter bleef. Ik bleef lang op, deed aan gokken op mijn laptop en keek porno. Ik rookte veel, at elke dag junkfood en dronk soft-drankjes. Het was verschrikkelijk. Vooral het roken, dat deed ik sinds mijn twaalfde. Ik wilde echt stoppen, maar kon het niet. Langer dan 4 dagen zonder sigaret was een crime.
Hardlopen
Op 23 februari was ik een half jaar nuchter, stopte met roken en schreef in voor een halve marathon op 11 maart. Mensen verklaarden me voor gek. Ze vonden het een stom idee, ik had niet genoeg getraind, ik zou me pijn doen. En ja, ik raakte serieus geblesseerd, want alles wat ik deed was hardlopen. De hele dag, elke dag. Tot 11 maart.
Ik stond vermoeid en geblesseerd aan de start, maar kon niet wachten om te rennen. Het was een helse pijn, ik had ook net nieuwe hardloopschoenen, dus veel blaren. Ik finishte in 1.51.10 uur. Daar was ik erg teleurgesteld over. Maar het gevoel over de finishlijn te komen was absoluut fantastisch, een onvergelijkbare ervaring. Ik was meteen verslaafd.
Ironman
Voor mijn volgende loopwedstrijd, vond ik bij toeval de website Ironman.com. Ik had weleens van een Ironman gehoord. Drie superlange afstanden, die je zonder pauze zo snel mogelijk aflegt. Het was absurd daaraan te denken, laat staan te doen. Maar het liet me niet los. Ik zei: ‘dat is het! Ik ga trainen en op een dag finisten op een Ironman.’
Ik keek naar de website, naar de beelden van Hawaii en sprong letterlijk op mijn stadfiets om 20 kilometer zo hard mogelijk te trappen. In spijkerbroek. Ik was opgewonden, want ik had iets gevonden. Langzaam startte ik met mijn zwem-, fiets- en loopprogramma. Ik weet nog mijn eerste keer zwemmen in een 50 meter-bad, ik haalde de overkant niet zonder een paar keer de drijflijnen vast te houden. Dat was acht maanden terug!
Maleisië
Ik deed mijn eerste sprint afstand, gevolgd door en kwart en een halve (Rügen). En op 17 november deed ik mijn eerste Ironman. Ik finishte niet alleen, ik haalde 11.29.49 en werd derde in mijn agegroup en 116e in totaal. Ik was de jongste deelnemer van de 1100 triatleten aan de start. Ik koos voor Malaysia Ironman omdat het een van de moeilijkste parcoursen is en het was dichtbij Indonesië waar ik in de maanden ervoor kon trainen.
In acht maanden tijd, veranderde alles. Van amper kunnen lopen naar vele uren hard werken en trainen en dan uiteindelijk na 11,5 uur wedstrijd zag ik het bord van de laatste 200 meter. Ik hoorde drievoudig wereldkampioen Craig Alexander mijn naam scanderen toen ik over de finishlijn kwam: ,,Brice van de rPost, you are an Ironman!!!’. Mijn hoofd en vingertje gingen de lucht in en ik glimlachte naar papa in de hemel. Ik zei bij mezelf: ‘Je hebt het gedaan man’. Voor het eerst in mijn leven was ik trots op mezelf. Triathlon was beter dan elke drug die ik ooit probeerde.
Weet je, iedereen kan iets. Probeer het en wordt een betere versie van jezelf. Ik was op een punt belandt wat ik ‘de rotsbodem’ noem. Het was óf veranderen óf dood gaan. Ik was nooit verslaafd aan drugs, alcohol, sex of iets anders. Ik was verslaafd aan dat goede gevoel. Een gevoel om te kunnen ontsnappen uit het alledaagse. Dat gevoel op zich was nooit het probleem, het was de oplossing. Als je alle stimulans voor dat goede gevoel weghaalt, blijf je met het probleem zitten. En heus, er waren ook plezierige momenten in de tijd dat ik drugs gebruikte, maar het was steeds van korte duur. Ik probeer die donkere tijd nu te vergeten, waarin ik geen vrienden had en mijn moeder moest huilen om wat ik aanrichtte. Op die donkere plek wil ik nooit meer zijn. Ik blijf zo hard mogelijk lopen in de tegenovergestelde richting.
Ik moest me doelen gaan stellen. Een reden hebben om ’s ochtends wakker te worden. Dat heeft me gered. Ik ben een verslaafde in alles, raak snel geobsedeerd. Voor de een kan dat Candy Crush zijn, voor de ander triathlon. Voor mij was het triathlon. Dat ik zo snel kon presteren in deze sport dank ik aan mijn obsessie als verslaafde. Er waren jongens in mijn agegroup, die al jaren trainden en in een goede vorm verkeerden. Toch eindigden ze achter me als vijfde of lager. Hoe kon ik dit in amper een jaar voor elkaar krijgen? Eén woord: vastberadenheid of in het Engels: grit. Als ik niet zwom, fietste of rende, las ik erover (ja, ook Trikipedia!) en ik hield alles bij: over mijn calorieën, mijn hartslag. Ik sliep minimaal acht uur per nacht, dronk water en at zeer gezond. Ik deed alle extra’s en was geobsedeerd door mijn prestatie. Met 11.29.50 als resultaat.
Vind je passie, volg het en stel je doelen. Begin vandaag nog!
Epiloog
Het avontuur eindigt niet met Malaysia. Volgend jaar ga ik trainen met Jarrod Harvey, die ook Tom Oosterdijk onder zijn hoede heeft. Om nog meer uit mijn sport te halen, op een hoger niveau te sporten en me hopelijk kwalificeren voor de Ironman wereldkampioenschappen in Kailua-Kona. De 70.3 IM Luxemburg staat op mijn programma en in Nederland wil ik ook wel eens een race doen. Oud Gastel lijkt me wel wat 😉
Buiten triathlon, ga ik ook mijn studie weer oppakken. Al mijn vrienden gaan naar de universiteit en ik heb niet eens de middelbare school afgemaakt. Ik was er wat onzeker over, maar heb een boek gelezen en dat deed me beseffen dat ik voor een goede opleiding nog alle tijd van de wereld heb. Ik heb weliswaar niet het normale pad bewandeld, maar wel de levenservaringen tijdens mijn reizen en mijn herstel als bagage. Dat geeft me de moed ook hier aan te beginnen. ,,Alles in een mensenleven gebeurt met een reden’’ is mijn stellige overtuiging.
Het is eind november. Ik ben nuchter, ik ben kalm, ik ben gelukkig. Maar bovenal ben ik dankbaar. Voor de mooie mensen om me heen en voor het leven dat ik nu mag leven!
Brice