Column Daan: Op de golven van de vorm

Tot dusverre stond hierboven ‘landskampioen duathlon Daan de Groot schrijft etc.’ Vanaf deze aflevering wordt het ‘Europees kampioen duathlon Daan de Groot schrijft in zijn columns geregeld wat hem zoal bezig houdt. Dat er even geen tijd was om het altijd wonderschone stukje proza (dit keer is het haast poëzie) van Daan te mogen verlangen. We vroegen hem de twee niet misselijke zeges van Alsdorf en Viborg aan het papier toe te vertrouwen. Maar gelukkig is Daan ook als schrijver heerlijk eigenzinnig. (P.S. de feature is nu ook aangepast, Zofingen kan daar weer verandering in brengen)

Op de golven van de vorm

Van bondscoach Armand van der Smissen moest ik eens een column schrijven zonder te relativeren. Een EK-overwinning mag je blijkbaar niet bagatelliseren. De volgende alinea is dus zijn schuld, en de columns-serie vanaf Mallorca wordt dus even onderbroken.

In vorm raken voelt als een golf die langzaam aanzwelt. Al een heel eind voor de kust komt de golf op: langzaam winnend aan kracht. Zo ook mijn vorm: in voorbereidingswedstrijden voel ik mijn kracht; in trainingen ben ik onvermoeibaar. Zoals waterdeeltjes samen beginnen te werken met anderen die ze nog nooit hebben ontmoet, zo werken in mijn lichaam – in mijn leven – delen samen die eerder onverenigbaar leken.  Zoals een golf, ben ik verpletterend, en verpletter ik. Zoals een golf, eindigt het met schuim dat langzaam oud wordt: de champagne bruist en valt daarna licht sissend dood. Na die golf is er leegte. Na die golf is er tijd om een column te schrijven.

Armand wilde dus wat minder relativering, maar eerder vond hij ook al een keer dat ik moest “…leren dat je misschien wel mag, maar niet hoeft te intimideren om een ander je achterste te laten zien…”. Wat een goeie man is het toch, die Armand. Hij wil me in een aardige jongen veranderen, maar zoals een van mijn interessantere collega’s zei: “Wat heb je nou weer aan ‘aardig’? Dat is één van de meest nietszeggende eigenschappen die ik ken!” En ze had gelijk: van gewoon aardige mensen leer je niets, en echt van ze houden zal je ook niet. Het klopt: aardige mensen zijn niet erg om erbij te hebben, je zult ze niet gauw wegjagen, maar daar stopt het dan ook. Een aardig-geschreven column heet een blog, een aardig-gemaakte documentaire heet een vlog, en ik heb niet zoveel met -log.

Maar goed, eigenlijk ben ik wel bijzonder trots op mijn EK-titel, dus daar kan ik best wat over schrijven, al wil ik vooral vertellen dat die titel niet het mooiste resultaat van dit weekend was, het was slechts een gevolg.

Toen ik nog wielrenner was, durfde ik eigenlijk nooit een piekmoment aan te wijzen. Trainen naar een piekmoment creëert verwachtingen, en die leiden uiteindelijk naar teleurstelling in alle gevallen: 1) je verliest, of 2) je wint. In het eerste geval is al je training voor niets geweest. In het tweede geval geeft het een anticlimax: je traint je kapot om kampioen te worden, je wordt kampioen, en vervolgens blijk je nog steeds te moeten ademen, nog steeds licht in je hoofd te worden van champagne, en nog steeds te moeten poepen van koffie.

Twee jaar geleden ben ik dan toch begonnen met gericht trainen. In eerste instantie wilde ik Peter Res gewoon helpen als studieobject voor tijdens zijn trainerscursus, maar het werd al vrij snel serieus toen hij begon over piekmomenten en concrete doelstellingen. Toen moest ik dus gaan trainen met een doel, en uiteindelijk wil ik niet meer zonder. Het is niet omdat er geen anticlimax was na mijn EK, want die was er zeker. Ik heb al drie dagen aan mijn bureau in onze schitterende kantoortuin zitten staren naar mijn laptop, me afvragend waarom ik me niet geweldig voel. Maar die anticlimax was het door twee andere effecten volledig waard.

Ten eerste was er de afgelopen weken dat geweldige gevoel van progressie. Dat golvende gevoel waar ik quasi-poëtisch mee begon. Het is het gevoel dat je gezonder wordt en een schijnbaar ongelimiteerd vermogen hebt. Het gevoel dat je lichaam langzaam verandert in een machine. Een machine die uitstaat tussen de trainingen door (ook voor het EK zat ik al veel ineengezakt naar mijn laptop te staren), maar volledig op stoom komt tijdens de trainingen. Dát gevoel kan ik iedereen aanraden.

Helaas denk ik dat je dit gevoel alleen tijdelijk kan bereiken. Dat is ook logisch, want oneindige progressie kan maar twee dingen betekenen: óf de progressie blijft aanwezig maar wordt oneindig klein, óf je bereikt een oneindige conditie, en dat lijkt me niet mogelijk. Het mooie van dit gevoel is dat iedereen het kan bereiken, progressie is mogelijk op elk niveau. Het progressie-gevoel is zelfs beschikbaar voor mensen zonder enig talent voor sport, al zal het niet altijd eindigen met een EK-titel.

Het tweede voordeel van mijn gerichte training voor het EK was de complete focus die ik had tijdens het EK zelf. Ik was in de weken voor de wedstrijd al zo veel bezig geweest met de wedstrijd dat ik alles wat er normaal gesproken zou gebeuren al had meegemaakt. Ik leek de wedstrijd met een twee-laags bewustzijn te doen: één laag die routinematig de standaardhandelingen (lopen, fietsen, lopen e.d.) deed, en een laag die erop los improviseerde. Die extra laag zorgde ervoor dat ik de beslissende versnelling plaatste op de kasseienafdaling na 30 kilometer fietsen. Die extra laag besloot in een splitsecond mijn tweede paar loopschoenen te herschikken toen ik zag dat een overijverig jurylid die in mijn box had gezet. Ik was hypergeconcentreerd, en ik deed alles goed. Het was zo’n bijzonder gevoel dat ik haast bang ben dat mijn dopingtest positief blijkt: een teveel aan vormhormonen.

Buiten de sport ben ik maar één keer in de buurt gekomen van dit gevoel. Het was toen ik in Amerika een presentatie gaf voor een hele zaal professoren. Ook toen was ik extreem goed voorbereid, had ik de presentatie 7 (want priemgetal) keer geoefend, en kon ik improviseren terwijl ik presenteerde. Extatisch presteren. Ook dit gevoel kan ik iedereen aanraden.

Twee prachtige gevoelens dus, gratis voor iedereen af te halen. Twee prachtige gevoelens kreeg ik de afgelopen weken. O ja, en ik werd Europees Kampioen.

Daan

Wim van den Broek

Wilde in 1983 iets anders dan alleen hard fietsen, stapte snel over op microfoons uittesten, één van de drijvende krachten achter één van de oudste triatlons: Oud-Gastel, figureert in misdaadseries en mag zich ridder zonder paard noemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.