Danne op weg naar de Norseman (deel 1)
Ergens in het najaar van 2018 kwam het bericht: Danne Boterenbrood gaat de Norseman doen. We wisten dat de veelvuldig kampioene nog altijd haar wedstrijdjes meepikte, maar deze zagen we niet aankomen. Toch gaat het er van komen. Op weg naar die extreem zware uitdaging neemt Danne ons mee in haar voorbereidingen of de zijsprongetjes in haar leven. Is Daan onze duathloncolumnist, dan wordt Danne het wellicht voor triathlon. Klinkt goed Daan/Danne. En dat op D-Day. Vandaag deel 1.
Ik kijk op m’n horloge, een beetje vertwijfeld en niet voor de eerste keer. 800 meter opgeschoten sinds de laatste keer dat ik keek. Dat lijkt inmiddels minuten geleden en dat is het misschien ook wel. Lopend zou dat nog wel aardig zijn, maar ik zit op een fiets. Ik kijk naar beneden en zie twee modderige benen harken op de pedalen. Ik schakel de voorvering uit en ga nog maar weer eens staan. Duwen, trekken, duwen… trekken.
Het is zaterdagochtend, een uur of tien en ik zit in the middle of nowhere in een triatlonpakje op de mountainbike. Vanochtend om 8uur ging het startschot voor de La Roche XL Triatlon, aan de voet van het stuwmeer van Nisramont. De opdracht voor vandaag: 1km zwemmen, 100km ATB en 10km trailrun. Ik wist dat het zwaar zou worden, maar dit parcours is sadistisch. Met 3000 hoogtemeters in 100 kilometer gepropt is het een helse klus, maar toch moet ik van binnen gniffelen. Die Belgen en hun lef om een onmogelijk parcours neer te leggen. Haal je het niet binnen de tijd of vind je het te zwaar? Jammer dan. Dit is wat het is. Vandaag is het genieten, ik ben goed voorbereid en in mijn element.
Op 30 oktober vorig jaar appte ik oud trainingsmaat en vriend Jacob Veenstra. Weinig koetjes en kalfjes in het noorden, dus dat ging als volgt:
DB: ‘He Veenstra, mag ik je wat vragen?’
JV: ‘Jij altijd, Boterenbrood’
DB: ‘Norseman, Inferno of Embrunman. Met max 12u training per week.
A. Haalbaar? B. Welke? C. Wil je me helpen?’
JV: ‘A: Ja. B. Norseman – Embrunman – Inferno. C. Natuurlijk, lijkt me supervet.’
Zo gezegd, zo gedaan. Ik hoefde niet lang na te denken, koos de Norseman en werd ingeloot, al lonkte Embrun ook. Maar liever kou dan hitte en het feit dat alleen de eerste 160 man de illustere Gaustatoppen op mogen hakte de knoop door. Na een jaar zonder triatlon, maar vooral veel mountainbiken en weinig wedstrijden wilde ik weer terug naar mijn eerste liefde. Ik had de drie disciplines en de wedstrijden gemist. Inmiddels had ik ruim een half jaar niet meer gelopen of gezwommen en dat maakte de eerste maanden in de herfst taai. Ik klokte in september eens een 100 meter in het zwembad en keek met afgrijzen naar de tijd. Er was werk aan de winkel.
Het lopen kwam vrij vlot weer terug en na een paar maanden herkende het lichaam de gekke routine van drie sporten. Ik haakte mijn karretje weer aan in de Ferro Mosae-trein en de aftrap in de Eredivisie in Almere was als vanouds. Nog altijd zij aan zij met good-old trainingsmaatje Sarissa de Vries waren er maar weinig woorden nodig.
Ook vandaag wordt er weinig gesproken in de bossen van de Ardennen. Na opnieuw een meedogenloze klim kom ik boven en zie ik een waarschuwingsbordje met een mannetje dat van de berg valt. Dat kan maar een ding betekenen. Vering aan, kont op het achterwiel en samen met een van mijn oude SMO-maten jump ik de afdaling in. Beneden slaak ik een kleine overwinningskreet. Het hele fietsparcours kost uiteindelijk bijna 6 uur en omdat ik niet precies weet hoe het met de voorsprong staat, ren ik als een opgejaagde haas nog 10km door de bossen. Overal zit modder, slijm, zweet en aangekoekte gelletjes. De laatste kilometers gaan omhoog en langzaam vernauwt het bewustzijn. Wat erover blijft is tellen; kilometers, passen, bomen. Ik tel alles tot na 7 uur wedstrijd eindelijk de finish in zicht komt.
Eenmaal weer boven Jan en anderhalve liter La Chouffe rijker maak ik de balans op en ben ik blij de mentale grenzen weer eens te hebben verkend. Van horen zeggen kan dat in Noorwegen nog wel eens van pas gaan komen. Vi sees igjen!