Danne op weg naar de Norseman (2): Rupsje nooit genoeg
Ergens in het najaar van 2018 kwam het bericht: Danne Boterenbrood gaat de Norseman doen. We wisten dat de veelvuldig kampioene nog altijd haar wedstrijdjes meepikte, maar deze zagen we niet aankomen. Toch gaat het er van komen. Op weg naar die extreem zware uitdaging neemt Danne ons mee in haar voorbereidingen of de zijsprongetjes in haar leven. Vandaag deel 2.
UMC Maastricht, OK 15. Het zweet druppelt tussen m’n schouders naar beneden. Hartslag zo rond de 120 slagen/minuut, alleen geen fiets of loopschoenen te bekennen. Ik sta ingepakt in een groene OK-jas, met muts, mondkapje, handschoenen en bril op. Omdat er zometeen een klein mensje geboren gaat worden is de temperatuur opgeschroefd naar een tropische 26 graden.
Een deel van het zweet komt door de warmte, dankzij een perfect werkend warmte-regulatiesysteem. Het andere deel komt door de spanning. Ondersteund door een van mijn supervisoren ben ik een moeilijke keizersnede aan het doen en bij het openen van een van de lagen van de buik aarzel ik, omdat er veel littekenweefsel is van een vorige keizersnede.
‘Succes is een keuze’ hoor ik ineens vanaf de overkant van de tafel. Ik kijk omhoog en zie de twee fonkelende ogen van mijn supervisor boven zijn mondkapje. Ik haal adem, focus opnieuw, maak een plan en vraag om schaar en pincet. Enkele minuten later haal ik een schreeuwende baby uit de buik en ik haal opgelucht adem. Hartslag terug onder de 100, maar door ruim bloedverlies vanuit de baarmoeder algauw weer erboven. Een half uur later trek ik m’n bezwete jas uit, terwijl ik me afvraag of dit ook in Trainingpeaks gezet moet worden. Het stressvolle bestaan van een gynaecoloog in opleiding levert heel wat trainingsuren in zone 1 op…
De dag duurt zoals vaker lang en als ik rond zeven uur redelijk afgepeigerd het ziekenhuis weer uit loop verzamel ik moed voor de duurloop van 20 kilometer die nog op het programma staat. Ik ben een beetje chagerijnig en mopper op mezelf dat dit toch zo geen doen is. Waarom, (WAAROM), heeft het rupsje nou nooit genoeg? Waarom twee dingen tot het uiterste combineren? Je zou ook met bier en bitterballen op het terras kunnen gaan zitten, je huis opruimen, vakbladen lezen, een Netflix-abonnement aanschaffen, de muur verven, op Pinterest woonideen opzoeken of gewoon rustig een uurtje sporten op de sportschool.
Als collega’s er wel eens naar vragen is het antwoord meestal kort. Ik wil dit gewoon. Ik word duizend keer enthousiaster van het idee dat ik straks in het Eidfjord lig bomvol spanning en opwinding, dan van het uitzoeken van nieuwe muurverf. Ik kan niet goed tegen rustig en overzichtelijk, tegen voorzichtig en goed uitgedacht, tegen het niet opzoeken van de grens. Ik hou ervan als je moet improviseren.
En ik hou van buiten.
Als het hoofd vol is hoef ik nooit lang na te denken over de route van de duurloop. De benen lopen al haast vanzelf naar ‘het pad achter Bemelen’ waar je de mooiste slingerpaden door de heuvels vindt. Na 5km kom ik in het ritme, na 10km vergeet ik dat ik een zware dag had en na 15km vergeet ik de rest. Ik heb goeie benen en hol naar beneden. Kon ik dit maar laten voelen aan de mensen met de ‘waarom’-vraag. En het rupsje? Dat doet het na augustus wel weer even wat rustiger aan.
(Coverfoto: Marc van der Kort)