Danne haar Norseman – haar persoonlijke wedstrijdblog

Eidfjord, 2.30u. Vanuit het pikdonker hoor ik een bekend gerinkel. Het wordt even stil en dan komt het weer, harder dit keer. Ik grijp naar links en voel lycra met ribbels. Mijn wedstrijdpakje. Langzaam herinner ik me waar ik ben en wat er op het programma staat vandaag. Ik blijf stil liggen in onze tent en denk na over de dag die in het verschiet ligt. Die valt niet helemaal te overzien en ik voel hoe de zenuwen beginnen te stromen. Ik maak Bram wakker en hoor vanuit de camper naast ons gerommel. Papa BB is ook wakker.

Het gaat beginnen.

 

Een uurtje later sta ik te trappelen van de zenuwen bij de wisselzone. Om ons heen wordt het donker verlicht door felle lampjes en ik zie strakke gezichten. Er wordt niet veel gesproken. Ik check in en zet m’n gewone fietsschoenen, sokken, gele hesje en lampjes klaar. Vandaag gaat het niet om snelle wisseltijden. In de mensenmassa ontwaren we de bekende gezichten van de zussen Zandstra en co. We drinken koffie en ik probeer nog een bolletje pindakaas naar binnen te werken. De veerboot ligt al klaar in het donkere water en de organisatie roept dat we aan boord moeten gaan. Ik zeg de supportcrew gedag en en stap de loopplank op. Halverwege kijk ik achterom en zie ik ze verwachtingsvol staan zwaaien. Ik slik een brok in m’n keel weg.

Op de boot is het koud en iedereen zit of staat op de stalen vloer. De sfeer is gespannen, er wordt gerekt, nerveus gedribbeld, gekeken en gepreveld. Ik ben van mijn a propos door dit lange uur voor de start en laat van pure stress mijn wetsuit al na een half uur dichtritsen. Dan besef ik me dat het nog een benauwd half uur wordt in het megastrakke pak en trek ik de rits weer los. Ik moet lachen om mijn eigen paniek om de start te missen en ontspan een beetje. Ergens aan de zijkant hoor ik ineens atleten Nederlands praten en we kletsen nog even kort.

 

Vlak voor de start komt de focus. Met een knal gaat de grote laadklep open en het bijna zwarte water met daaromheen de hoge bergen komt in beeld. De chaos begint. ‘Niet te vroeg springen Danne’, hoor ik Jacob nog zeggen. Opnieuw worden we aangespoord door de organisatie, ‘Don’t wait, jump! Jump you athletes!’ Ik wacht nog heel even, haal diep adem en spring het diepe in. Het water is koud, maar goed te doen en de startlijn is te overzien.

‘Head to the bonfire’, de eerste opdracht van vandaag. Ik herhaal mijn twee woorden voor vandaag, doseren en genieten, en start de klok. De hoorn gaat en de massa komt in gang. Een beetje bang voor een oplawaai van een van de Noorse heipalen trek ik een klein sprintje en al vlot liggen we los. Ik hang een tijdje in de voeten, maar het voelt te makkelijk en dus trek ik verder. Ik kom solo te zwemmen en haal wat atleten van de Pro-serie in die 5 minuten eerder zijn gestart. Het grote vuur komt gestaag dichterbij en het water glijdt voorbij. De slagen zijn raak en het lijf voelt goed. Op de kade ziet het zwart van de mensen en over het water is het gejoel al van afstand te horen. Kippenvel.

Na 55 minuten klim ik de kant op en hoor ik bekende stemmen. Ik zie de tijd op m’n horloge en knik inwendig, goed. Bram staat al klaar in de wisselzone en het gaat vlot. ‘Lampjes aan!’ hoor ik Heleen roepen en ik moet lachen. Ik heb nog nooit m’n fietslamp aangedaan in een wisselzone.

 

Geilo, 90km. Het verkeersbord bij vertrek uit Eidfjord is niet te missen. Slik. Dat klinkt al ver en is pas op de helft. Oke, gewoon stap voor stap beginnen. Vrijwel meteen loopt de weg omhoog en begint de lange klim van 30km richting Dynarut. Vooral het geitenpad langs een van de tunnels loopt tegen 11% omhoog en ik schakel naar het lichtste tandje. Dit stuk moet de knie overleven. Gelukkig voelt die helemaal niet verkeerd en steekt het alleen bij de echt steile stukken. De dekmantel van paracetamol en diclofenac werkt goed. Ik trappel een koffiemolentje en haal wat mannen in. Dit voelt goed. Wel is het wegdek slecht en ik klots een keer hard door een gat heen. Met de support crew pas op km 24 in de klim is het oppassen geblazen.

Bij Garen zie ik ze voor het eerst staan en kalmeert de onrust. Vanaf nu is er back-up. Goeie vriend Vincent zit bij Bram in de support auto en ze scheuren voorbij. Ik heb door dat de benen goed zijn en het parcours perfect. ‘Dit is mijn parcours!’ roep ik naar Vincent en er komt een gebalde vuist uit het raam. Het laatste deel van de klim ligt in de volle mist. Het wordt ineens koud en je ziet geen hand voor ogen. Ik krijg armstukken en de instructie om het gele hesje aan te houden. Eenmaal boven begint de eindeloze vlakte van de Hadangervidda en trekt het helemaal open. De zon brandt de mist weg en het uitzicht is indrukwekkend mooi. Het wordt wat vlakker, al is het nooit echt vlak. De wind staat op kop en ik zie niemand in de verte. Dit is waar ik op hoopte, lange wegen door ruige natuur, van god en iedereen verlaten. Ik tik de gels weg, maar heb al snel zin in zout. Ik weet dat er bouillon mee is en vraag om een bidon bouillon. Achteraf hoor ik dat er in twee campers al rijdend bouillon wordt klaar gemaakt. Als even verderop Bram klaar staat met de bidon besef ik me niet voor de eerste keer vandaag dat dit supportteam goud waard is.

 

Halverwege wordt de afdaling in gezet en ik knal diep weggedoken in de beugels naar 80km/u. Ik hoop dat mama BB even niet meekijkt en snij de bochten zo scherp mogelijk aan. Veel sneller dan ik dacht komt het bordje Geilo en is het parcours halfweg.
Achteraf kan ik me lang niet alles meer herinneren van het parcours en dat heeft veel te maken met de goede flow waarin ik verkeer. Ik weet dat in het tweede deel in totaal vier klimmen zitten (totale hoogtemeters 3400m) en ik rij ze steady omhoog. Ik heb inmiddels gehoord dat ik 1e lig bij de Agegroup (AG) dames, 5e in de Pro serie en overall met de mannen rond plek 25. Ook de knie houdt het goed en ik ben in mijn nopjes. Wel komt er een kleine dip in het eten en drinken en de mannen staan twee keer voor niets met een volle bidon. ‘Je moet drinken!!’. Ik knik maar het wil even niet en als ik toch geforceerd een slok neem komt deze er direct weer uit. Oké, het geeft niet, gewoon even rustig wachten. Vooraf heb ik een berekening gemaakt van de hoeveelheid benodigde voeding en vocht en ik schat in dat ik nog wel aardig goed zit. Net als bij borstvoeding, is dit ‘sportvoeding on demand’. Ook wattage en hartslag zijn er niet. Ik heb wel een hartslagmeter om met fietsen, maar die geeft geen signaal, waarschijnlijk door de overmaat aan zout water met zwemmen. Het geeft niet. Ik zwem, fiets en loop op gevoel.

 

Op de derde klim wordt het zwaarder en de misselijkheid laait nog een keer op. Rustig blijven en trappen Danne. Papa BB staat langs de kant en roept hetzelfde. Ik kom er doorheen en de vierde en laatste klim naar Immingfjell vliegt voorbij. Ik rij de vierde Pro dame achterop en kan het niet laten erop en erover te gaan. Ze haakt aan en voor even is het game on. Niet racen Danne, niet… ach, nou ja toe ook maar een beetje. Je bent al hartstikke ver. De combi van het verstand en race-goesting pakt vandaag goed uit. De lange afdaling naar de tweede wisselzone knalt voorbij en ik voel me zeker met de support op de achtergrond.

 

‘De tweede wisselzone is een grasveldje bij Austbygdi waar je waarschijnlijk nooit meer gaat komen’ (Jacob). Ik klik uit, geef de fiets aan Vincent en strek m’n stijve rug. Bram staat opnieuw klaar met een stoeltje en loopkleding. Ik treuzel een beetje en wissel kleding. Dit is het moment van de waarheid voor de knie. Onder het ‘Heia’ van de Noren ren ik de wisselzone uit en ik juich inwendig. De knie is helemaal warm, een beetje stijf maar doet nauwelijks pijn. Hier had ik vooraf niet op durven hopen. Ik krijg een enorme kick en voor het eerst die dag denk ik verder vooruit aan de finish. Het zal toch niet…

Het lichaam vindt vandaag alles goed en wil altijd wel rennen na het fietsen. Ik pak een tempo van 4.45/km op en de eerste 12km vliegen voorbij. Ik ben euforisch en besluit er maar van te genieten zo lang het duurt. De man met de hamer zal heus ergens staan maar vooralsnog is de weg vrij en haal ik nog wat mannen in. De honger is terug en de bananen-gels zijn niet aan te slepen. De support crew staat verder dan ik had gedacht en ik mopper en roep naar papa BB dat ze veel te ver zijn. Even later verontschuldig ik me voor mijn ‘hangry’ gedrag.

Het parcours is simpel: 25km langs de kant van de hoofdweg naar Rjukan. Ergens tijdens dat eerste deel zie ik in de verte een onmogelijk hoge berg met een antenne erop. Hij lijkt verdacht veel op de Gaustatoppen, maar ik geloof niet dat dat ‘m is. Er ligt vast nog een lagere naast. Dit is een look-a-like, Danne.
Vanaf km 15 wordt het zwaarder en zakt het tempo en bij km 20 beginnen de veel te weinige loopkilometers in de voorbereiding hun tol te eisen. Ik stop om te plassen en val bijna in de sloot. De benen zijn stijf en ik besluit heel even te wandelen tot de eerste boom en dan die erna en dan de paarse bloemetjes en dan… Kom op Danne rennen, je moet! rennen. Ik pak de draad weer op maar het is meer sjokken en bij km 22 ga ik nog een keer uit de pas. Ik heb het voor het eerst die dag heel zwaar. ‘Stoïcijns voortgaan’ hoor ik de aanmoediging van goede vriend Henk-Jan in mijn hoofd. Ik shuffle de laatste 3km naar de voet van Zombie Hill, het begin van de klim naar de Gaustatoppen. Daar staat Vincent klaar en om de bocht klappen we meteen een stuk van boven de 10% op. Ik zit nog in mijn dark hour en piep naar Vincent dat we moeten wandelen. Ik heb enorme zin in appelmoes en de campervoorraad van mama BB blijkt nog maar eens onuitputtelijk. Zo gebeurt het dat op km 26 we Zombie Hill oplopen met een pot appelmoes en een lepel in de hand. Het kan verkeren.

 

Dark hour is nog niet voorbij en ik loop zo krom als een hoepel. M’n rug lijkt wel uit elkaar te scheuren. Vincent maant me aan rechtop te lopen wat ik precies 10 seconden volhoud. Toch lopen we een strak tempo en de kilometers tikken weg. Belangrijkste punt is de cut-off op km 32.5 waarbij de eerste 160 atleten naar boven mogen om bovenop de Gaustatoppen te finishen om zo het zwarte T-shirt te bemachtigen. Het absolute doel toen ik mij inschreef voor deze wedstrijd.
Bij de start van Zombie Hill hebben wel al gezien dat ik op plek 27 lig en ik vraag Vincent in totaal een keer of drie hoe groot hij de kans acht dat er nog 130 atleten ons inhalen in 7 km. Iedere keer beantwoordt hij deze irreële vraag braaf en zegt hij dat hij die kans niet zo groot acht. Inmiddels brengt yogi drink licht in de duisternis en zo gebeurt het dat op km 32.5 we als nummer 33 door mogen naar boven. Een ferme handdruk van de race director en een high-five met Vincent en daar gaan we. Bram voegt zich bij ons en we voeren het tempo op. Het lijkt allemaal voorbij te vliegen en na afloop kan ik mij veel gedeeltes niet meer herinneren. Heel af en toe kijk ik naar boven, maar de antenne op de top van de Gaustatoppen (toch geen look-a-like) lijkt zo surreëel ver weg dat ik er niet veel mee kan. Het is stap voor stap voor stap en niets anders.

 

Bij km 37.5 volgt opnieuw een mooi moment als ik bij de afslag naar het laatste, onverharde deel mijn ouders en Dorien zie staan. Ze zijn nu al zo trots en het is heel mooi om het zo samen te beleven. We krijgen een laatste check van onze rugtassen en ik slinger mijn eigen op m’n rug. Ik ben een soort machientje geworden en we trekken verder. Vrijwel direct verandert het gladde asfalt in ruige rotsblokken en het is zoeken naar de route. Mijn rechterbeen heeft zich de hele dag goed gehouden, maar nu schiet de kramp er bijna in. Een tijdje kan ik alleen maar met links afzetten, maar wonderwel trekt het halverwege bij. Met m’n handen aan de banden van m’n rugzak harken we door. Het brein versmalt nog verder en het enige waar ik mee bezig ben is het vinden van de route van steen naar steen. Op de achtergrond hoor ik de aanmoedigingen van de Noren maar ik ben te moe om ze aan te kijken en te bedanken. Ik moet door.

Met nog 1 km te gaan zie ik Gijs en Heleen die naar boven zijn gelopen. Ik vraag Heleen een aantal keer kort achter elkaar of er nog dames in zicht zijn, maar dat is niet het geval. De eerste plaats bij de Age Group en 9e Pro dame ligt gebeiteld.

Het einde komt in zicht en op de lange trap naar de finish besef ik wat er gebeurt. Ik ga de Norseman finishen na een werkelijk fantastische dag. Het lichaam werkte mee, de vorm was goed en er was de hele dag geen enkele negatieve gedachte. De emoties laaien kort op en ik ben blij en ontzettend trots. Ik bedank het lichaam en bedenk me dat dit een van de hoogtepunten is. Mijn dank voor de sport die me de afgelopen twintig jaar zo ontzettend veel gebracht en geleerd heeft.
Met Bram links en Vincent rechts stap ik over de finish en pinken we met z’n vijven een klein traantje weg.Wat een dag. Wat een wedstrijd. Wat een on-ge-lof-elijke wedstrijd.
Swim: 55.33
Bike (3416 HM): 6.24.01
Run (1819 HM): 5.45.31Totaal: 13.13.59
1e dames Age Group
9e dames Pro
42e Age group overall

Ruud de Haan

Ruim dertig jaar geleden aangestoken met het triathlonvirus. Als super-recreant races gedaan en door toedoen van Mels de Kievit aan de micro beland en die nooit meer los gelaten. Samen met maatje Wim van den Broek zo veel meer dan 1000 wedstrijden als speaker gedaan. Zo af en toe actief voor Eurosport als commentator bij triathlons.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.