Heleen: The road to the Norseman 2020……….. (deel 1)
Nauwelijks zijn we bekomen van de adembenemende avonturen van Danne Boterenbrood en haar Norseman of een volgende Nederlandse toptriatlete begint aan de lange aanloop naar deze XTreme triathlon. En ook Heleen de Hooge-Bij de Vaate neemt ons mee tot aan het moment dat ze op 1 augustus vanaf de veerboot in het donkere fjordwater springt. Vandaag aflevering 1, geschreven kort na de Inferno Zwitserland, nog zo’n lekker bruut wedstrijdje. Het woord is aan de Europees kampioene 2014:
Het was 22 Juni 2019, tijd 18:23, ik finish als derde dame boven op de Kleine Scheidegg tijdens de Swissman. De eerste 2 dames die over de finish komen krijgen een slot voor het Wereldkampioenschap Xtreme Triathlon tijdens de Norseman 2020. Het was natuurlijk een leuk doel geweest voor volgend jaar, misschien lukt het me nog met de loting in november.
Twee dagen later krijg ik een email. Naast de gekwalificeerden voor het WK, zijn er nog 8 mensen ingeloot voor deelname aan de “gewone” Norseman voor 2020. Dit zijn de namen….. Het kan niet waar zijn: ik mag op 1 augustus 2020 meedoen aan de Norseman!!!! Ik spring een gat in de lucht. Doel voor volgend jaar is dus bij deze gezet.
Inmiddels wonen we een kleine 2 jaar in Zwitserland, midden in de bergen in het kanton Wallis. Vanaf het moment dat we hier zijn komen wonen ben ik verliefd geworden op de bergen en heb ik een nieuwe hobby ontdekt: fietsend en lopend zoveel mogelijk hoogtemeters maken. Toen een atlete van mij vorig jaar de Swissman deed, begon het bij mij ook te kriebelen. De meeste mensen die mij een beetje kennen uit de triathlon wereld weten dat ik van nature nou niet bepaald klimgenen heb. Maar alles valt te leren en is trainbaar. In oktober vorig jaar werd ik ingeloot voor de Swissman en het doel voor 2019 was gezet. Zowel de voorbereiding als de race gingen perfect. De race zelf was alleen maar genieten!
Tijdens een trainingsritje 2 weken na de Swissman zegt manlief Rob tegen mij: “als je de Inferno liever alleen wilt doen, kan dat natuurlijk ook”. Plan was dat we als team van 2 samen de Inferno zouden doen (Rob zwemmen en MTB-en en ik fietsen en lopen). Ja maar we zouden het samen doen, weet je dat wel zeker? Ik steek nu wel in een goede vorm, dus waarom eigenlijk niet. Een mailtje naar de organisatie om het team om te zetten naar een individuele inschrijving was snel gedaan, en toen stond ik ineens op de startlijst.
De Inferno Triathlon gaat over 155 km met 5500 hoogtemeters. Deze triathlon is zo bijzonder door de zwaarte van de wedstrijd en vanwege de 4 onderdelen. Het zwemmen is 3,1 km lang van Thun naar Oberhofen. Daarna wordt er 97 km gefietst met 2145 hoogtemeters van Oberhofen via Beatenberg, Interlaken, Brienz, Meiringen, de Grote Scheidegg (met maximale stijgingspercentages van 18% naar Grindelwald. In Grindelwald vind de wissel plaats naar het mountainbiken. Deze discipline gaat over 30 km met 1180 hoogtemeters. Er wordt gefietst naar de top van de Kleine Scheidegg en vervolgens afgedaald naar Wengen, Lauterbrunnen en de wissel naar het lopen is in Stechelberg. De eerste 4 km van het lopen gaan lichtjes naar beneden en vervolgens gaat het vanaf Lauterbrunnen alleen maar omhoog via Mürren naar de Schilthorn (2970) met in totaal 2175 hm.
De laatste 500 m naar de top van de Schilthorn
De wedstrijd beschouw ik als een mooie ervaring in nog eens een extreme wedstrijd voor de Norseman volgend jaar. Dus laten we zeggen, mijn road to the Norseman start hier. Hoe ga je mentaal om met de uitdagingen die je in zo’n wedstrijd tegenkomt? Het weer (door de hoogtemeters heb je heel wat temperatuurverschillen), de stijgingen, etc.etc. Een wedstrijd van dit kaliber is niet te vergelijken met een Ironman. Het verbaast mij ook elke keer weer dat ik totaal geen spierpijn heb na zo’n wedstrijd. Omhoog lopen is heel wat anders dan hardlopen op een vlakke marathon (wat heel wat meer spierschade oplevert).
De dag van tevoren was het een interessante logistieke puzzel om alles op de juiste plaats in de verschillende wisselzones te krijgen. Daar moet je echt een middagje voor uittrekken.
En toen was het 17 augustus 2019. Om 6:30 klonk het startschot. Er werd gezwommen naar de overkant (Oberhofen) naar het knipperende licht. Voor mijn gevoel duurde het zwemmen een eeuwigheid. Er waren redelijk wat golven wat het niet makkelijk maakte en dat was te zien aan de zwemtijden. Het fietsen begon gelijk met een lekker klimmetje met stijginspercentages tussen de 9 en 11%. Maar ik voelde mij super. Na een fijne klim en een super afdaling terug naar de Thunersee kwam er een vlak stuk langs de Brienzersee richting Meiringen. Mijn benen waren mijn vriend en ik kreeg echt zin in de grote Scheidegg. Dit is een klim van zo’n 15 km met tussendoor een wat vlakker stukje. Het klimmen ging heerlijk en kon goed power leveren. De afdaling is lastig (slecht wegdek en lastige bochten) en daar wilde ik absoluut geen risico nemen, maar eenmaal in Grindelwald aangekomen kon ik nog even goed gas geven richting de tweede wisselzone.
Nu kwam er een wissel die ik nog nooit gedaan had, van racefiets naar MTB. Maar de overgang ging vloeiend en we mochten gelijk met de lange klim naar de Kleine Scheidegg beginnen. Ook hier ging het klimmen weer top. Vanaf de top kwam het stuk waar ik het meest tegenop zag in deze wedstrijd: het stukje technisch afdalen op de MTB. Wat voelde ik mezelf een tuthola zeg. Dit is totaal niet mijn ding!!! Dus dan maar afstappen en lopend met de fiets aan de hand naar beneden over die boomwortels en door de scherpe bochten. De downhillers vlogen me allemaal voorbij…… Al die mensen die ik bergop had ingehaald kwamen nu weer over mij heen. Misschien toch nog maar eens een lesje downhill nemen. Gelukkig was het stuk niet zo lang en kon ik snel weer plaats nemen op mijn bike. Na de afdaling was het nog 4 km over de vlakke weg tot de derde wisselzone. Daar lag mijn tas met de loopspullen. Het laatste onderdeel kon beginnen.
Ik voelde me nog steeds prima maar wist ook dat het nog een lange weg zou zijn. Dit was het gedeelte van het parcours wat ik nog niet kende, maar bergop lopen ben ik tegenwoordig wel redelijk gewend. De eerste 17 km naar Mürren waren nog goed “hardlopend” te doen, afgezien van een klein gedeelte over een “Wanderweg”. Vanaf Mürren waar de finish lag van de Estafette Teams, begon het pas echt! Het grootste gedeelte ging over de zwarte skipiste, waar je af en toe het idee had dat je tegen een muur opliep. Mijn motto was niet omhoog kijken, ene voet voor de andere blijven zetten dan kom je er vanzelf. Elke 1 tot 2 km was er een verzorgingspost, wat super was. En met de herinneringen van de laatste 10 km van de Swissman nog vers in mijn geheugen (wat ook redelijk stijl bergop ging, maar toch niet te vergelijken met deze race), hielpen mij ook. Met nog 2 tot 3 km te gaan hoor je de speaker al, maar weet je ook dat je nog zo’n 200-300 m omhoog moet en de benen worden steeds zwaarder. Wat was ik blij toen ik de laatste trap omhoog zag met de touwen waarbij je je met je armen omhoog kan sleuren. “Ich habe es geschafft”!!!! Super blij en wat een mooi uitzicht daarboven. Dat was ik nog vergeten te vermelden, de weergoden waren ons goed gezind deze dag!