Column Daan: De Wet van de verminderde meeropbrengst binnen een vereniging
Europees kampioen duathlon Daan de Groot schrijft in zijn columns geregeld wat hem zoal bezig houdt. In het seizoen mogen we niet altijd verlangen dat zijn proza ons met enige regelmaat bereikt, maar nu was er weer eens tijd om in de pen te klimmen. Dit keer over zijn club Hellas, maar meteen over de meerwaarde van triathlonverenigingen in het algemeen. Veel leesplezier.
Over een triatlonvereniging en de eerlijkste verdeling van haar middelen
Ik ben lid bij de mooiste triatlonvereniging van Nederland: Hellas Triatlon uit Utrecht. Hellas is een grote, sympathieke vereniging, waar plek is voor iedereen. Hellas maakte de afgelopen jaren vooral naam door de nationale Run Bike Run serie te domineren en bovenaan mee te strijden in de meeste divisies van de triatlonserie. Klein detail: in de eredivisie deden we het de laatste jaren wat minder goed.
Dat laatste heeft tot wat discussie geleid binnen onze vereniging: willen we ook de echte toppers binnen de vereniging houden? Is het belangrijk voor Hellas om mee te doen om de eredivisie-prijzen? Wat heeft de gemiddelde atleet daar eigenlijk aan? Vandaar in deze column de vragen: “Wat is het doel van een triatlonvereniging? Hoe moet het beschikbare budget verdeeld worden? Moet het in gelijke delen over de leden verdeeld worden, of moeten sommige leden meer krijgen dan anderen?”
Ik zal beginnen met een disclaimer, want ik ben niet onpartijdig. Ik ben opgevoed bij wielerploegen die puur op topsport gericht waren. We kregen fietsen, kleding en helmen. Alle onkosten rondom wedstrijden werden vergoed, en er ging standaard drie man begeleiding mee. Ik ben opgegroeid met het beeld dat topsport het ideaal is. Misschien moet ik dat beeld voor een triatlonvereniging wat bijstellen, want een vereniging is anders dan een ploeg. Dat is precies wat ik hier wil analyseren. Waarom vind ik het zo vanzelfsprekend dat er binnen een vereniging relatief veel geld naar topsport gaat? Waarom zou een vereniging moeten investeren in een goede eredivisieploeg? Waarom zouden topsporters meer aandacht moeten krijgen dan breedtesporters? Mijn conclusie zal ik vast weggeven: we moeten het geld veel eerlijker verdelen, dus er moet veel meer budget naar topsport.
“Wat is het doel van een triatlonvereniging?” In een eerdere column heb ik me afgevraagd wat het doel is van een triatleet. Mijn conclusie was toen: ontwikkeling. Iedereen wil een beetje beter worden in iets. In ons geval wil iedereen een beetje beter worden in triatlon. Vanuit dit perspectief is de huidige vraag eenvoudig. Het doel van een triatlonvereniging zou moeten zijn: de ontwikkeling van triatleten faciliteren.
Als we dus de verdeling van middelen over de leden gaan evalueren, is de eerlijkste verdeling dan een gelijke verdeling van het geld? Of is de eerlijkste verdeling een gelijke verdeling van de ontwikkeling?
Stel dat we een basisschoolklas hebben met 30 kinderen, waarvan voor 20 kinderen de lesstof perfect is. Voor de 10 anderen, bestaande uit drie dyslecten, twee autisten, drie hoogbegaafden en één jongen met dyscalculie, is die lesstof vreselijk. Wat is nou het eerlijkst? Deze 10 kinderen precies evenveel aandacht geven als de eenheidsworstkinderen? Deze ‘eerlijke’ verdeling zou de speciale kinderen behoorlijk achterstellen. Zij zouden niet de ontwikkeling kunnen doormaken die de anderen doormaken, puur en alleen omdat zij afwijken van het gemiddelde.
Dus laten we dit eens evalueren: krijgt iedereen binnen mijn vereniging een gelijke kans op ontwikkeling in de triatlon? Als jij jezelf wilt ontwikkelen naar het uitlopen van een hele triatlon in een uur of 14, dan word je perfect gefaciliteerd. Je hoeft namelijk helemaal geen tempo-, techniek- en mentale trainingen te hebben. Het enige wat je hoeft te doen is blessurevrij uren maken. Drie uur zwemmen, drie uur hardlopen en vijf uur fietsen per week, schat ik zo in. En kijk eens aan, dat past prima binnen het trainingsaanbod. Maar wat als jij je wilt ontwikkelen naar een niveau waarmee je mee doet om de prijzen in een WTS-triatlon, wat als jij een NK, EK of WK wilt winnen? Wat heb je dan nodig? Dan heb je persoonlijke aandacht, specialistische kennis en bovenal snellere trainingsmaten nodig. Kortom, je hebt dure dingen nodig.
Het beter maken van sommige triatleten kost relatief veel geld, omdat ze net wat specialere behoeften hebben. Maar hebben ze dan minder recht op de facilitatie van hun ontwikkeling? Topsporters zitten altijd in deze speciale categorie, simpelweg omdat ze al behoorlijk goed zijn en omdat de wet van de verminderde meeropbrengst ons allemaal raakt. Maar zodra we besluiten niet te voldoen aan de behoeften van deze sporters, dan bieden we dus geen gelijke kans op ontwikkeling voor deze leden. De gemiddelde atleet krijgt de meeste kansen, de topatleten de minste: het perfecte recept voor een zesjescultuur.
Dit lijkt me heel kwalijk: voor mijn vereniging, voor de triatlonsport, maar vooral voor de jonge talenten. Aangezien de oudere topatleten wegtrekken naar ploegen en verenigingen waar ze meer gefaciliteerd worden, zijn de jonge talenten binnen de kortste keren de snelste triatleten van de vereniging. Dat is eventjes leuk, maar al snel geeft dit het idee dat ze er al zijn: er is geen kans meer op ontwikkeling.
Voor mijzelf was het NK 10km in Schoorl bijvoorbeeld een van de mooiste wedstrijden van dit seizoen. Juist omdat ik daar absoluut niet in de buurt kwam van de winst. Het bood me perspectief op ontwikkeling zover ik kon kijken, letterlijk zelfs. Nadat ik een kilometer in 3:04 had gelopen keek ik naar voren: ik zag minstens honderd mensen rennen en ze waren allemaal veel sneller dan ik. Zoiets inspireert me en behoedt me voor de gevaarlijke gezapigheid van de arrogantie.
Kortom, ik vind het belangrijk dat er binnen verenigingen in topsport geïnvesteerd wordt. Ik ben vooral ook benieuwd hoe dit binnen andere verenigingen gaat, hoe het daar wordt opgelost. Reageer dus gerust op deze column.