Sandra Wassink: ,,Het krijgen van een burn-out is een kracht, geen zwakte”
Ineens was ze niet meer in wedstrijdverband te zien. Sandra Wassink-Hitzert deed altijd al graag wedstrijden in de anonimiteit, maar ook in de buitenlandse races was ze onzichtbaar. Wat was er aan de hand? Echtgenoot Mathijm kwamen we nog wel eens tegen en die vertelde stukje bij beetje het verhaal. Nu aan het einde van een lange lijdensweg met het licht na de tunnel weer in zicht, vertelt Sandra haar hele verhaal. Dat is soms heftig, maar ook leerzaam en met lichtpuntjes. Een van de meest openhartige gesprekken, die we ooit met een triatlete voerden.
Sandra, we zagen je voor het eerst na tijden weer opduiken in Klazienaveen deze zomer. Kort spraken we elkaar voor de start, meer tijd ontbreekt vaak op zo’n wedstrijddag, helaas. Hoe was het voor jou om die dag op te staan in de wetenschap dat je na bijna 2 jaar weer eens aan een wedstrijd mee ging doen?
,,Ik stond die dag met gemengde gevoelens aan de start. Ik was nog volledig in de ziektewet, zat middenin een zwaar therapie traject, maar wilde zo graag weten en voelen hoe het voelde. Ik miste de wedstrijdsport en de therapeuten gaven groenlicht mits ik niet mijn grenzen zou opzoeken, niet in mijn hoofd zou gaan zitten (dus niet steeds denken: Vind ik dit leuk? Voelt het goed? Gewoon je ding doen en achteraf pas kijken hoe het was. Ik had heerlijk gezwommen, was heerlijk in mijn element op de fiets en toen…..waren er mensen in het publiek die mij triggerde. Naar mij riepen dat ze me niet zagen genieten en herhaaldelijk: Wel genieten hè! riepen. Dat was niet fijn, na de finish kwam ik terecht in paniekaanvallen en wilde maar 1 ding en dat was naar huis.”
We maken een sprong terug in de tijd. Sandra Hitzert, best succesvol als junior. Had je in die jaren ambities om het te maken in de triathlonsport?
,,Ehh nee, eigenlijk niet. En misschien klinkt het gek, maar die heb ik ook nooit echt gehad. Ik weet nog goed mijn eerste kennismaking met jou, Wim. Dat was in Almere een wedstrijd van het jeugd en junioren circuit. Je vroeg je toen door de speakers af hoe ik eruit zou zien,want ik won het circuit, maar je had mij nog nooit gezien. Verschrikkelijk vond ik dat, dat je me omriep en dat ik ook nog het podium op moest. Ik hield van wedstrijden doen, van de sport, maar het podium waar ik nogal vaak op terecht kwam vond ik helemaal niks. Een maand na deze wedstrijd in Almere, deed ik mee aan een wedstrijd in Frankrijk in la Baule (waar ik een jaar gewoond heb). En toen was er niks mis met dat podium, ik heb 10 minuten met de microfoon onder mijn mond zitten kletsen in het Frans. Maar ja……dit was lekker anoniem.”
Dan kom je op enig moment Mathijm tegen, ook een gedreven triatleet. Is de uitdaging om
nog beter te presteren dan groter of komt er juist balans?
,,Mathijm is altijd mijn rem geweest, ik wilde altijd meer en harder en sneller. Mathijm doet altijd lekker wat zijn gevoel hem verteld, ik volgde en deed gewoon wat een ander (de trainer bijvoorbeeld) tegen mij zei. Ergens was er wel balans, maar nu weet ik (na mijn hele ziek zijn traject) dat ik niet voelde wat mijn lijf mij vertelde of wat goed was voor mij.
Het gezin Wassink ontstaat, kinderen groeien op en intussen sta je weer voor klas, werkt
Mathijm en bedrijven jullie allebei topsport. Zijn het dan op een gegeven moment niet te veel balletjes, die je in de lucht houdt?
,,Toen Mathijm en ik kinderen kregen heb ik gezegd: ik stop met triatlonen en ga lekker moederen. Maar 6 weken na de geboorte van Vera lag ik alweer in het water, ik kon niet zonder de sport. Dus ik bleef een beetje hardlopen en zwemmen. En heel af en toe pakte ik de fiets. Af en toe een 1/8 triatlon, maar verder niet. Mathijm wel, dit en de periode voordat we kinderen kregen was de periode waarin hij fanatiek was en lekker bezig was. Toen onze jongste zoon Ingmar 2, 5 was en naar het kinderdagverblijf ging, dacht ik: hè ik kan weer een ochtend fietsen. Maar……dan wil ik wel een nieuwe racefiets, een roze. Dus ben ik naar Gijs van Tuyl gegaan in Zaltbommel om een nieuwe fiets te kopen. Gijs zag mij aankomen en zei: Als jij weer gaat fietsen, nou doe er dan maar meteen een tijdritfiets bij, want dan weet ik het wel. Hij had nog wel ergens in zijn schuur een PRO race frame liggen en heeft deze roze voor mij gespoten. Anderhalf jaar later werd ik tweede op het NK halve. Mathijm had toen allang genoeg van de wedstrijdsport, dus deed in de sport een stapje achteruit. Allebei zo trainen en kinderen was niet te doen, dus hebben we eigenlijk van rol gewisseld en is hij meer huisman geworden en ik meer sporter. Dus geen ballen in de lucht houden, maar goed balans houden. Ik werkte inderdaad ook 3 dagen in het basisonderwijs als groepsleerkracht, super fijn dat school mij ook mogelijkheden
bood om flexibel met mijn tijd om te gaan. Hierdoor kon ik regelmatig wedstrijden doen, ook buiten Nederland (wat ik liever deed dan in Nederland, lekker anoniem)
Ze zeggen: er is niets zo onvoorspelbaar als een burn-out. De omgeving ziet het vaak eerder aankomen dan de persoon-in-kwestie. Hoe was dat bij jou? Was het ook meteen: bam of sloop het er geleidelijk in?
,,De periode voor mijn burn-out was op mijn werk in het onderwijs verre van ideaal, een klas die niet liep, een duo die het niet meer zag zitten, geen hulp krijgen als je erom vroeg. En ja daar kwam mijn topsport mentaliteit, doorzettingsvermogen en kracht naar boven. Want ik zette door, schakelde mijn gevoel uit en ging helemaal voor de klas. Er was mij gezegd door orthopedagogen en gedragscoaches: Sandra, jij doet het zo goed met die klas, jij kunt dit, nog
even doorzetten. En ja dat kon ik wel. Waar Mathijm mij thuis afremt in de sport had ik dit op school ook moeten hebben, iemand die mij afremt.
In de kerstvakantie voelde ik me weer opknappen, heerlijk sporten, alle getallen in trainingspeaks gingen weer de goede kant op, ik liep 2 super goede crossen. Op maandag na de vakantie, nogmaals een gesprek met directie over mijn frustratie ten aanzien van de klas. Op dinsdag ochtend 5 minuten voordat de klas kwam zei mijn hart, klaar het is genoeg geweest en daar lag ik op de grond flauwgevallen door ritmestoornissen. Ik werd naar de dokter gebracht en naar de cardioloog. Diagnose: burn-out. Ziek thuis, waar ik me kapot verveelde en me alleen goed voelde als ik bewoog, dus lekker zwemmen, fietsen en lopen. Ik
heb zelfs nog een cross gelopen, maar daarna……..kon ik niets meer, zelfs de vaatwasser uitruimen ging niet meer.
Ik kwam onder behandeling van Sandra van Essen en zij verbood mij nog te sporten, ik mocht niets meer, moest tot rust komen de adrenaline verslaving moest er eerst uit. En ik moest eerst alles in mezelf opruimen, wat er vanuit mijn jeugd zat. Ik heb weken op de bank en op bed gelegen, ik was niets meer, geen goede moeder, geen leuke partner, geen juf en geen triatleet. Ik wilde eigenlijk niet meer bestaan. Sandra van Essen zag de ernst van de situatie in en heeft mij meteen kunnen doorsluizen naar haar collega op Papendal, gespecialiseerde GGZ. Ik bleek naast de burn-out ook een losstaande ernstige depressie te hebben. Ik moest aan de zware medicatie en had therapie om stabiel te komen en daarna zou ik een zwaarder langdurig therapie traject in gaan. De meeste mensen zeggen inderdaad: Ja, je deed ook te veel in de sport. Het is alleen anders, juist door mijn sport heb ik het heel lang volgehouden binnen het onderwijs. De burn-out die
ik kreeg had weinig te maken met de triatlon sport, ik maakte door de stress op mijn werk en het sporten alleen dubbele adrenaline aan. Mijn huisarts, die al bijna mijn hele leven mijn huisarts is zei: ik ben zo blij dat je bent neergestort, want ik gun jouw het beste en dit gaat er voor zorgen, dat je beter voor jezelf gaat zorgen. Kortom ik moest het van hem zien als een cadeau. Daar kon ik toen echt niets mee!”
Hoe ging je ermee om? Ontkennen, verzetten of lijdzaam ondergaan en niks meer plannen?
,,Dat weet ik eigenlijk niet, ik was aan het overleven. Er zijn momenten geweest dat ik zei: als ik maar elke dag even 30 minuten mag sporten is het leven nog te dragen. Ik wilde eigenlijk niet meer. De kinderen en Mathijm zijn mijn houvast geweest, ik moest door. Op een gegeven moment ben ik tegen het advies van de therapeut in ook om de dag 25 minuten gaan hardlopen of zwemmen. Heeeeerlijk was dat.”
Je hebt geestelijke vermoeidheid, maar die gaat waarschijnlijk ook snel over in lichamelijke vermoeidheid. Daar sta je dan ineens geparkeerd als toptriatleet. Je ging in therapie. Wil je daar iets over vertellen?
,,Zoals ik hier boven al aangaf was het juist door het sporten nog enigszins. Ik heb muziek therapie gehad, om te leren voelen. Ritmische massage therapie, omdat ik maar bleef afvallen en om de rust te vinden. Cognitieve gedragstherapie en Schematherapie. Je leert jezelf wel heel goed kennen. Dat is best eng, maar je groeit erin. Ik heb nu 3 weken geleden mijn ontslag gehad. Dus geen therapie meer, ik kan het zelf, mijn eigen therapeut zijn. Ik weet wat te doen bij bepaalde gedachtes of gevoelens. Is soms nog best moeilijk, maar het hele traject gaat met vallen en opstaan. Diepe dalen en bergen beklimmen. Zo diep als ik zat kom ik niet meer en het omhoog kimmen gaat steeds makkelijker, ook hierin ben ik nu getraind.”
Wat voor perspectief had je voor jezelf? Dacht je soms niet van in die of die wedstrijd wil ik er weer bij zijn?
,,Op een gegeven moment dacht ik niet meer aan wedstrijden, het was mijn leven niet meer. Ik mocht ook van de therapeuten absoluut niet vooruit kijken. Dag voor dag, elk moment bijstellen. Dus soms ook geplande dingen op het laatste moment afzeggen. Ik wilde ook niet zoveel, kon geen prikkels verdragen, soms waren mijn eigen kinderen al te veel. Dus geen perspectief. Heel lang heb ik gedacht: er komt geen einde aan, ik kom hier nooit meer uit. Het hele traject duurde ook erg lang. Wat hielp waren de mensen om je heen die je opbeurde en het tegengestelde tegen je zeiden. Tot het kantelpunt, waarin je zelf ook weer ging geloven in jezelf.”
Een blik naar de toekomst, Sandra. Je beziet de wereld, de sport vast op een andere manier. Misschien kun je ook daar iets over zeggen?
,,Nee ik zie de sport op zich niet op een andere manier. Wel merk ik verschil bij mezelf, ik geniet er meer van aan de ene kant, maar ik voel ook grenzen aan mezelf alsof ik geen conditie heb en dat is heel raar. Ik heb dat nooit gevoeld een vermoeidheid zoals nu als ik een wedstrijd doe. Ik wil dan wel sneller maar ik kan niet. Echt diep gaan lukt nu ook nog niet, ben ik niet aan toe. Ik train wel, best veel eigenlijk, maar doe waar ik zin in heb en wat goed voelt. Eigenlijk geen intervallen, alleen met zwemmen als ik met Jony Heerink meetrain. Luisteren naar wat mijn lichaam mij verteld en waar ik me goed bij voel. Geen schema’s geen planning, geen doelen.”
Tot slot. We zitten middenin onze (eerste?) Vrouwen-themaweek. Omdat vrouwen gevoeliger zijn, lijkt het alsof ze vaker tegen een burn-out aanlopen dan mannen. Reageer eens op deze veronderstelling.
,,Ik denk dat vrouwen veeleisender van zichzelf. Het is ook niet voor niks dat vrouwen kinderen krijgen, wij kunnen onze (pijn) grenzen makkelijker verleggen. En ik ben ook van mening dat er van vrouwen in deze tijd heel veel verwacht wordt. Het krijgen van een burn-out is een kracht en zeker geen zwakte: jij bent doorgegaan waar anderen allang hadden opgeven, hebt een grotere inzet dan anderen. Loopt niet de kantjes ervan af. Je kunt jezelf motiveren over grenzen heen te gaan om doelen te bereiken. Als je uit een burn-out komt, weet je nog beter waar je grenzen liggen en je kracht nog beter gebruiken. Inmiddels sta ik weer 2 dagen voor de klas, op een andere school. En ben ik mijn derde werkdag aan het opbouwen. Terugvallen horen er helaas nog bij, maar kan er mee omgaan. Op tijd rust nemen en dat niet alleen met sport, maar ook met overprikkeling in zijn geheel. Laatste stap in afbouw van medicatie is in zicht en wat sport betreft heb ik al weer wat loopjes gedaan, en blijf ik doen waar ik zin in heb. En zal ik best weer wat wedstrijden doen volgend jaar, maar wat en waar…….geen idee.”
Erg bedankt Sandra voor dit zeer openhartige gesprek. Wij – Trikipedia en met ons veel triatleten – wensen je ontzettend veel geluk samen met je gezin. Je kunt weer genieten van veelal kleine dingen, blijf dat doen en wanneer we je weer eens zien op de wedstrijden is een knipoog het teken dat het goed zit. Nogmaals erg bedankt. We denken dat veel mensen allicht iets in jouw verhaal herkennen.
