Van atlete naar triatlete, Kim Hittinger: ‘maak fouten en zoek een leuke trainingsgroep’
ZATERDAG – In deze vrouwenweek hebben we al diverse ervaren triatletes gehoord. Vrouwen met een grote palmares ook. Nu is het woord aan een beginnend triatlete, Kim Hittinger. Ze neemt ons mee naar het moment waarop ze door voortslepende blessures in de atletieksport maar eens ging kijken of triathlon niks voor haar was. Haar reactie na die eerste wedstrijd in Amsterdam-West is exemplarisch voor veel debutanten: wat is dit een leuke sport!
Kim is inmiddels twee jaar triatlete, vriend Omar natuurlijk al wat langer. Of ze per se naar langere afstanden overstapt, weet ze nog niet….
‘Ga jij DIT ook doen?’ vraagt mijn vader.
‘Nee, gelukkig niet. Dit is de midden en lange afstand.. LANG dus’, leg ik uit.
We stonden te kijken bij Challenge Almere. De honderden triathleten liepen rondjes rondom het Weerwater. Ik moest er niet aan denken, na zo lang te hebben gezwommen en gefietst, óók nog een halve of hele marathon lopen. Mij niet gezien, dacht ik.
Twee jaar geleden startte mijn triathlon traject. Waar ik vanaf mijn jeugd altijd atletiek heb gedaan, lag nu de focus op niet geblesseerd raken. Iets wat mij de vijf jaar daarvoor niet lukte. Stressfractuur hier, achilles- en kuitklachten daar, elk half jaar was het wel feest. Misschien was ik niet geschikt om zoveel te trainen, misschien kon ik beter mijn sportieve ambities aan de kant schuiven. Tijdens de revalidatie van het stressfractuur in mijn sacrum (heiligbeen) miste ik het sporten en besloot ik (op aanraden van vrienden) een triathlontrainer te zoeken.
Nadat ik bekendmaakte dat ik aan het trainen was voor een triathlon, kreeg ik vaak de vraag of ik dan aan het trainen was voor de hele afstand. ZEKER niet, dacht ik. Laat mij maar die kortere en wat snellere afstanden racen. Het traject verliep niet altijd even soepel: waar ik normaal exact wist hoe iets moest of hoe iets werkte, voelde ik mij nu een groentje binnen deze sport. Tijdens mijn allereerste zwemtraining leek het een kansloze missie, ik hing na 25 meter aan de zijkant dus paste mijn trainer het schema (nogmaals) aan. Ik keek vol bewondering naar de andere atleten. Ze stopten niet en zwommen honderden meters achter elkaar. Dit wilde ik ook.
De volgende stap was het aanschaffen van een racefiets. Een racefiets.. Ik wist dat er racefietsen in alle maten en prijzen bestonden, maar daar was dan ook alles mee gezegd. Toen iemand vroeg welke ‘groep’ ik erop wilde hebben, haakte ik af. Dankzij onwijs lieve trainingsgenoten heb ik uiteindelijk een racefiets kunnen bemachtigen die voldeed aan mijn eisen én binnen mijn budget. Wat overigens al een hele uitdaging was. Die krengen zijn duur. Een paar hardloopschoenen is er niks bij.
De weg richting de zomer van 2018 ging goed. Beetje bij beetje begon ik de elementen van triathlon te begrijpen. Het werd tijd om een trisuit te kopen. Omdat ik geen verstand had van een wedstrijdpakje, ging ik langs Bijvoet in Weesp. Met moeite wurmde ik mij in een trisuit. ‘Ik denk dat ik een maat groter nodig heb.. Het zit nogal strak’, mompel ik. ‘Dat hoort Kim, jij moet geen maat groter hebben.’ Oke, zij zullen het wel weten. Ik was eigenlijk gewend om in relatief strakke, maar comfortabele hardloopkledij te racen. Dit was andere koek.
Tijdens de Amsterdam-West triathlon in 2018 maakte ik mijn debuut. En spannend dat ik het vond. Gelukkig gaf mijn trainer aan dat ik er klaar voor was. Hij zal het wel weten, dacht ik weer. Spulletjes lagen klaar in de wisselzone. Ik had veel op Youtube gekeken over de werking van zo’n wissel en trainingsgenoten om advies gevraagd. Ik zette mijn fietsschoenen (geleend van een vriend) naast mijn fiets, klooien met die elastiekjes zag ik niet zitten. Na de briefing stonden we klaar in het startvlak om het water in te gaan. Ik keek om mij heen, naar de andere atleten. Shit! Mijn chip. Die had ik niet omgedaan, dus ik ging in paniek op zoek naar mijn moeder. Gelukkig vond ik haar snel en was ik op tijd voor de start. Ik zwom voor mijn doen best goed. Ik kon mijzelf prima handhaven in het startgeweld en kwam wonderbaarlijk als derde dame het water uit. Iets wat mij een klein stukje extra vertrouwen gaf, want dit was tenslotte het onderdeel waar ik mij zo onzeker over voelde. Hup de fiets op. Het ging niet en ik werd aan alle kanten met bizarre snelheden ingehaald. Dit wilde ik ook. Tijdens het lopen haalde ik weer veel mensen in die mij op de fiets met een noodgang voorbij kwamen. Met lopen kon ik het een en ander goed maken. Maar wat was dit leuk! Vooral achteraf had ik een voldaan gevoel. Ik had 750m (achter elkaar) borstcrawl gezwommen, 20 km gefietst en nog 5 km gelopen. Meer dan een uur bezig, en dat noemen ze een sprint?!
De foto’s van de wedstrijd kwamen online.
‘Kim, waarom fiets jij op het kleine blad?’, vroeg een trainingsmaatje een week later tijdens het koffie drinken na een zwemtraining. Er werd gelachen. ‘Hoe bedoel je?’, vroeg ik. Ze legde uit dat je tijdens wedstrijden het beste op je grote blad kan rijden. Hoe moet ik dat weten, als niemand mij dat verteld?! Dit is voor de kenners logisch, maar voor mij een erg leerzaam moment. Dit gebeurde mij in ieder geval niet nog een keer.
De directe stap naar lange(re) afstanden heb ik dus niet gemaakt, want deze drang had ik absoluut niet. Ervaring op doen, veel fouten maken en leren op de korte afstanden heb ik als heel leuk ervaren. Als beginneling kan ik echt iedereen aanraden om een leuke trainingsgroep te vinden, vooral voor het element waar je minder ervaren in bent. De wedstrijden zijn erg toegankelijk waardoor ik, als onervarene, zonder al te grote drempel mee kon doen. Ik vind alle korte en snelle trainingen onwijs gaaf. Komende zomer ligt de focus nog steeds op de OD en sprint afstanden, maar ik ga ook proeven aan de halve triathlon. Wie weet waar dat mij brengt.
Kim, ook jij bedankt voor jouw bijdrage! Nota bene gemaakt terwijl je met Omar in Frankrijk vakantie houdt. Erg leuk om ook eens een minder ervaren triatleten aan het woord te laten, maar wel eentje die dat gevoel weergeeft wat we van heel veel beginnende triatleten horen: WAT IS DIT LEUK!