Alles over het WK Abu Dhabi dag 3: Barbara uitstekend tiende; Robin 23e; Victor 41e, Mitch 55e en Maya in Grand Final netjes in top 10 WK gebleven – WTJ 2691
VRIJDAG -Megadruk vrijdag triathlondagje. Zoals gezegd, in het Midden-Oosten ligt vanuit religieuze motieven het zwaartepunt van de sportwedstrijden vaak op vrijdag. Dus kregen we vandaag Ironman Tiberias (fantastisch gedaan Menno, Tristan en Milan!) en het WK Olympische afstand op ons bordje. We kozen voor vlotte berichtgeving bij het WK en het langere relaas van de Ironman met ook nog de reacties van de drie toppers uit ons land. Je kunt zeggen dat het eerder dit jaar nog voorkwam met vijf Nederlanders in de top 10 van de Ironman Maastricht, maar dan moeten we erbij aantekenen dat dat een Agegroup-only race was. Eeerder in Maastricht – om precies te zijn de jaargangen 2015 en 2016 – hadden we ook drie landgenoten in de top tien.
Op een buitenlandse Ironman drie Nederlandse pro’s in de top tien…dat is een zeldzaamheid. Daarvoor moeten we zelfs terug naar 1994 toen het podium van Ironman Lanzarote volledig Oranje kleurde met Frank Heldoorn, Mark Koks en Rik van Trigt. (jammer dat Mark corona had in juli anders was het drietal teruggekeerd in 1 wedstrijdje in Holten…..)
Barbara doet 1 plekje beter
Goed, tot zover onze geschiedenislesjes van vandaag. Snel dus naar het WK standaard afstand in Abu Dhabi, dag drie. Het begon allemaal met de U23/beloftes. In het sterkst denkbare veld zette Barbara de Koning een tiende plaats neer. Ten opzichte van Edmonton vorig jaar precies 1 plekje beter. Klasse dus. De negende zwemtijd, de 15e fietstijd en de 14e looptijd. Dat waren de tussentijdse resultaten van de Engels/Nederlandse.
Het zwemonderdeel in de Al Raha Creek was een kolfje naar de hand van de Italiaanse superzwemster Bianca Seregni. Ze had een Chinese triatlete even mee, maar die zou later uitvallen. Kate Waugh kwam op 35 seconden als derde uit het iets koelere (21 graden) water dan bij het WK paratriathlon. Barbara telde een krap minuutje achterstand. Even mocht Seregni vooruit blijven fietsen, maar lang was zij niet bestand tegen de achtervolgende groep. Terwijl een kopgroep van 17 triatletes samensmolt, werd het vooraan in de groep onrustig. Waugh en haar ‘kersverse’ landgenote Jessica Fullagar (tot begin dit jaar kwam ze voor Frankrijk uit) slaagden erin te ontsnappen en zelfs een minuut voorsprong te nemen op 3 achtervolgsters. In de volgende groep zat Barbara en weer 50 seconden later was ook Robin Dreyling terug van 40 km. fietsen. Zij was als 36e uit het water gekomen, maar had zich toch aardig opgewerkt naar het vierde groepje. Een inspanning, die wel veel vergde.
Fullagar lost snel bij Waugh, de wereldkampioene
Bij het lopen moest Fullagar haar landgenote al gauw laten gaan. Beiden hadden geen sterk loopnummer, maar de marge was voor Kate Waugh voldoende om haar eerste wereldtitel te grijpen. In Rotterdam vijf jaar geleden was ze wel al derde geworden op het WK junioren, in Holten 2015 werd ze trouwens ook al derde. Een indicatie van haar topvorm kregen we in de World Cup Bergen, waar Waugh (spreek uit als ‘wawf’) derde werd. Fullagar viel nog ver terug tot een zevende plaats. Zilver ging naar de Duitse Annika Koch, die de tweede looptijd realiseerde. Brons was er toch nog voor de strijdlustige Bianca Seregni uit Italie, waarna opnieuw twee Duitse triatletes volgden: Selina Klamt en Tanja Neubert. Barbara streed tot het laatst voor de resterende top tien-plek. Dat lukte. Haar achterstand was 4.37. Tiende dus en direct achter haar de benjamin van het veld: Marta Kropko.
Robin en Barbara qua lichting allebei top vier
Robin Dreyling hield toch nog 16 atletes achter zich op haar eerste WK U23, dat voor haar ook op een 23e positie tot stilstand kwam. Verschil t.o.v. Waugh, die volgend jaar overstapt op de elites: 7.11 minuten. Zouden we naar jaargangen kijken dan waren Barabara en Robin (beiden geboren 2002) goed voor een 2e en 4e plaats. Opvallend dat de als 15e gefinishte Mexicaanse Anahi Alvarez met 32.39 veruit de snelste looptijd scoorde. Ze moest daarvoor wel helemaal uit de achterhoede komen.
Bentley verrassende wereldkampioen
Daarna was het de beurt aan de mannen U23. Zelfde afstand, zelfde parcours, andere omstandigheden. De dag vorderde immers en het werd alras warmer. Bijna 29 graden watertemperatuur en 25 buitenlucht tegen 28/21 bij de vrouwen U23. Connor Bentley was het meest hittebestendig. De Brit zorgde voor het tweede goud van de dag en het succes werd nog grotere met brons voor Hamish Reilly. Het Nederlandse duo kon in dit mondiale geweld niet mee. Victor Goené kwam op zes minuten als 41e binnen, Mitch Kolkman eindigde – moegestreden – als 55e op bijna 13 minuten.
Waar Mitch goed zwom, kwam Victor als laatste uit het water. En waar Victor in de middenmoot liep, maakte Mitch een flinke terugval mee. Bij de mannen was het weer ouderwets het loopnummer dat de doorslag gaf. Connor Bentley en Gergely Kiss uit Hongarije liepen min of meer hetzelfde tempo, het resulteerde in goud resp. zilver. Brons dus voor Hamish Reilly, misschien wel de verrassing van de dag. Net als bij de beloftes ook hier een Italiaan als eerste uit het dampende water: Alessio Crociani.
Knop om
Op de fiets ontstond een kopgroep van dertien en nog eens 25 man kort erachteraan. Eigenlijk lag de wedstrijd nog helemaal open bij het ingaan van het looponderdeel. De eindstand loopt dan ook redelijk parallel aan de looptijden. Victor kon nog wel wat opschuiven, maar verloor wel tijd. Mitch was bij het fietsen al de aansluiting kwijt geraakt en vocht een eenzame race tegen vooral zichzelf. Hij had zich ongetwijfeld meer voorgesteld van zijn eerste WK U23, wetende dat hij twee jaar terug nog vierde van de wereld was bij de junioren. Maar ja, de ene wedstrijd is de andere niet. Snel de knop om, goeie winter doorkomen en op naar het volgend seizoen. Hij kon toen nog niet weten hoe goed zijn trainingsmaatjes van eerder deze maand op Mallorca het zouden doen in Israel.
Na het Brits-Hongaars-Britse podium volgde de Duitser Eric Diener als vierde. De Zwitser Maxime Fluri werd vijfde en Max Stapley (even statenloos) was de nummer zes. Voormalig Europees kampioen Paul Georgenthum uit Frankrijk was de nummer zeven. Met 17 Europeanen in de top 20’s van U23 mannen en vrouwen is de invloed van het oud continent groot.
Geen tweede stunt van Maya
En dan natuurlijk de vrouwenrace, waarin onze support uitging naar Maya Kingma. Een vierde plaats of zelfs verbetering van dat resultaat vorig jaar, nee dat zat er voor Maya niet in. Op voorhand al niet, want de enkelblessure van Hamburg maakte het verdere seizoen al niet eenvoudig en kort voor de WTCS Bermuda speelde dat gewricht opnieuw op. Het was al een wonder dat ze nog in de top tien eindigde. Met dank aan haar ongelofelijk sterke zwem- en fietsrace aldaar. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. De laatste van het seizoen vandaag in Abu Dhabi, ook wel de Grand Final geheten.
Anders dan U23, junioren, paratriatleten en agegroupers moeten de elite-atleten immers in 5 van de WTCS wedstrijd top presteren. Dan is het niet voor iedereen even duidelijk dat de winnaar van de laatste race niet per definitie de eindwinnaar is. Maar gelukkig was Flora Duffy in staat om allebei te doen. Ze greep de overwinning en meteen ook haar vierde wereldtitel op de weg. Een Olympisch kampioene waardig. Het resultaat ontstond in een rechtstreeks duel met haar grote rivale Georgia Taylor-Brown, die tweede werd in de race en WK-zilver pakte.
Penalty’s
Er werden vier penalty’s (15 seconden tijdstraf) uitgedeeld, onder meer aan Maya Kingma en er waren valpartijen. Aan het eind van die turbulente race waren het dus Duffy, Taylor-Brown en als derde de Duitse Lena Meissner. Voor het WK-podium schoot Meissner wel te kort al steeg ze wel 23 plaatsen naar een 14e positie. Voor Maya zag het er tot en met het fietsen weer prima uit. De 10 kilometer lopen begon ze ook niet onaardig, maar in de tweede helft brak de rotblessure haar toch op en viel ze terug naar een twaalfde plaats.
Onder aanvoering van Flora Duffy kwamen 12 atletes kort na elkaar uit de havenmonding van Yas Island. Op het vlakke fietsparcours bleven er negen vooraan over inclusief Taylor Knibb. De wereldkampioene IM 70.3 sloot slim aan. De kopgroep van negen bevatte drie Duitse, twee Britse, een Braziliaanse, Bermudaanse en een Nederlandse triatlete. Geen vuiltje aan de lucht nog voor Maya, tot ze in aanvaring kwam met Taylor Knibb. Daarbij verloren ze een halve minuut op de kopgroep, waar nog maar vier vrouwen overbleven: Duffy, GTB, Meissner en Lopes. Dat kwartet begon vooraan met lopen. Taylor-Brown kan hard gaan, zo weten we uit de Super League Triathlons. Maar Duffyis op 10 km. lopen net iets constanter. Dit keer liep de Bermudaanse een minuutje weg van haar laatste rivale op weg naar de vierde wereldtitel.
Flora Duffy voor de vierde keer ’s werelds beste: alleen aan de top
Met nog 2 km. te lopen plaatste ze haar beslissende aanval en mocht ze zich na 2016, 2017 Rotterdam en 2021 opnieuw tot wereldkampioene laten kronen. Ze stond al bovenaan samen met Emma Snowsill, met allebei drie titels. Bij Georgia Taylor-Brown ontbrak na een wereldtitel en twee keer brons nog de zilveren medaille. Die heeft ze nu. Na Lena Meissner snelde Taylor Knibb, die supersnel schakelt tussen halves en kwarts, als vierde binnen. Voldoende voor het brons, 1 plekje minder dan vorig jaar. De tweede snelste looptijd leverde Leonie Periault de vijfde plaats op. Daarna volgden Vittoria Lopes, Taylor Spivey (die er meer van verwachtte), Emma Lombardi, Miriam Casillas Garcia en Cassandre Beaugrand. Sophie Coldwell leverde met Maya Kingma een fotofinish af in de strijd om de 11e en 12e plaats. Maya legde het nipt af.
En dan de top tien van wat officieel het Maurice Lacroix World Triathlon Championship heet. Het WK dus. Kijk naar het verschil tussen nummer 2 en 3. We vermelden ook alle Nederlanders uiteraard. Maya vijf plekjes lager dan vorig jaar, Rachel acht. Allebei verklaarbaar uiteraard.
1.Flora Duffy (Ber) 5105,63 pt.
2.Georgia Taylor-Brown (Gbr) 5081,25
3.Taylor Knibb (Vst) 4179,23
4.Taylor Spivey (Vst)
5.Cassandre Beaugrand (Fra)
6.Sophie Coldwell (Gbr)
7.Beth Potter (Gbr)
8.Laura Lindemann (Dui)
9.Maya Kingma 3101,88
10.Miriam Casillas Garcia (Spa)
31.Rachel Klamer 1444,94
87.Barbara de Koning 289,34
91.Quinty Schoens 270,86
92.Rani Skrabanja 260,63
De medaillespiegel is op 3 niet al te veel veranderd. GB komt iets dichterbij USA.
1.USA 9-12-11
2.GB 7-5-5
3.Duitsland 4-5-5
4.Spanje 4-1-1
5.Frankrijk 3-3-1
6.Australië 3-1-3
Canada 3-1-3
8.Nieuw-Zeeland 2-3-1
9.Macau 2-2-1
10.Nederland 1-2-1
11.Italië 1-1-2
Koeweit 1-1-1
13.Mexico 1-1-0
14.Belgie 1-0-1
Polen 1-0-1
16.Bermuda 1-0-0
17.Oostenrijk 0-2-0
18.Ierland 0-1-2
19.Zuid Afrika 0-1-1
20.Hongarije 0-1-0
21.Brazilie 0-0-1
Slovenië 0-0-1