De column van Angela (9) ; Ik had een enorme huilbui verwacht, maar ik was alleen maar teringblij!
Actueel nieuws was dit weekend weer lastig als de twee koppige redactie van Trikipedia weer allerlei “neventaken” hebben. Dit wordt allemaal ingehaald in de komende dagen in de WTJ-afleveringen.
Gelukkig hebben we ook onze columnisten die ons voorzien van mooie verhalen. Vandaag weer een column van Angela Krijgsman over haar Almere-race.
( Mocht je als lezer en triathlonliefhebber een bijdrage willen leveren aan Trikipedia.nl, meld je dan bij ons)
Ik ben onderweg naar Roermond voor een wedstrijd met m’n teamies, achter in de auto, computer op schoot, zoemt het asfalt onder ons door. Ik kijk nog even achterom, de fietsen staan nog achterop. Controlfreak. Alsof je het niet zou merken als ze eraf donderen…
Het wordt een ultrakorte: 350 zwemmen, 7km fietsen, 2 kilometer hardlopen. Als ik een beetje m’n best doe ben ik daar een half uurtje mee bezig. Wat een contrast met vorige week! Ik krijg al een paar dagen een tikje bezorgde berichtjes vanuit mijn omgeving. ‘Ga jij zondag starten!?’ Maar ik herstel eigenlijk best lekker en niets weerhoudt me om gewoon lekker te gaan knallen vandaag.
Ik vind het altijd moeilijk om échte raceverslagen te schrijven. Anekdotes schieten al de hele week door mijn hoofd en ik moet bekennen, dat dit in tegenstelling tot normaal, niet de eerste poging is tot een stukje. Want hoewel het lijf goed herstelt lijkt het soms wel of mijn hoofd zich nog ergens in de (triatlon)wolken bevindt. Best een lekker gevoel wel. Niet zo best voor je concentratie.
Het was een zware en emotionele dag. En dat begon al in het water. Het was ruig en ik haalde niet de tempo’s die ik normaal wel makkelijk haal. Op zich zwom ik voor mijn gevoel wel ok, maar het duurde een beetje lang. Na een fijne en best rappe wissel klom ik op de fiets en reed ik na 5 kilometer de dijk buiten Almere op. En ik merkte dat ik gewoon niet zoveel energie had. Dus ik draaide, gelukkig met wind in de rug, mijn benen rond in de hoop dat die pot met power snel zou opengaan. Ik ken mezelf, als superdiesel, dus bij dit soort constateringen is er bij mij op deze lange dagen nooit een man vrouw overboord. En ze kwamen, die benen! Na 60 kilometer wel pas, maar ik kon eindelijk een beetje gaan pushen. Helaas kreeg ik hierdoor juist weer last van wat lichamelijk klachten (rug) waardoor dit gevoel al snel weer snel verdween. ‘Ok, omschakelen, benen draaien, je komt er vanzelf’.
Na een kilometer of 110 moest ik even plassen en parkeerde ik mijn LIV bij een dixie bij een verzorgingspost. En terwijl ik mezelf weer in mijn pak sta te hijsen horen ik, de vrijwilligers en de officials ineens een keiharde “PANG”. ‘Was dat nou jouw fiets??’ vraagt een van de heren. Ja dus: Een klapband. Ik grap nog dat ik misschien gewoon te hard had gereden en wissel mijn band met een grote glimlach en veel mentale support bij, mag ik wel zeggen, de leukste drankpost van Almere. Ik bedacht mezelf na vertrek dat ik nu wellicht wat harder kon gaan rennen. Ik had minder energie verbruikt op de fiets dus in theorie zou ik dan wat sneller moeten kunnen rennen. In theorie.
Na wederom een fijne wissel liep ik mijn eerste ronde in en kwam weer dat futloze gevoel. Geen energie. Ik baalde van mijn rug en het lukte me dit keer niet om dit los te laten. Nu kan ik mezelf goed in de maling nemen dus ik beloofde mezelf minimaal 1 rondje te lopen. Goede keus, bleek achteraf. Want in dat rondje staan dus al je supporters te wachten! Te beginnen met de kleinste waar ik toch wel even een oudtante-traantje (#bijna40) weg moest pinken. Na een dikke knuffel rende ik door richting het stadion waar mijn familie en TVS-familie op mij stonden te wachten. En hoe je er dan ook doorheen zit: Tuurlijk ga je niet stoppen. Iedereen staat op je te wachten! De eerste lange afstand zonder pa. Maak hem trots!
2 rondes verder kwam ik m’n maatje Peter tegen en samen liepen we in blokjes van telkens een paar kilometer toch nog netjes door. Wat was het fijn om dit moeilijke stuk samen door te maken. Vooral gezien de gemoedstoestand waar we ons samen in bevonden. Misschien werd ie wel een beetje gek van mijn geklets, maar dat liet ie in ieder geval niet merken. Wijze man. Een ronde eerder dan ik mocht hij finishen. Wat misschien heel jammer was. Maar ik kon zijn finish wél zien! En ik schreeuwde mezelf door het stadion heen de laatste ronde in.
Blijkbaar was het ook goed te zien dat het mijn laatste ronde wás. Buiten dat ik mijn loopbenen ineens had gevonden, lekker op tijd weer, kon ik de blijdschap niet meer verbergen. ‘DAAR HEBBEN WE VAST WEER EEN FINISHER!’ werd er regelmatig tegen me geroepen. En met wat aanmoedigingen, onder andere ondersteund door zwaailicht en toeteren van de Almeerse brandweer (bedankt mannen in uniform #zwak), vloog ik terug naar het stadion.
En dan ben je er ineens. Weer. Over het blauwe tapijt, juichend, schreeuwend (dat hoorde alleen niemand omdat mijn supporters in Rotterdam te horen waren). Ik had een enorme huilbui verwacht maar ik was alleen maar teringblij! Wat was ik trots op mezelf dat ik ook zo een zware editie kon volbrengen. Dat ik door had gezet. Dat ik überhaupt kan praten over zoiets als “edities” omdat gewoon alweer mijn vierde full distance was!
Was het zwaar? Zeker.
Twijfels gehad om uit te stappen? Absoluut
Ga je dit nog een keer doen? Ik kan niet wachten 😉
IRONMAN Maastricht. Beware of deze maffe triatleet. Maar zo eerst nog Roermond.
P.S. Roermond ging goed 😉