Xtri Sweden / Swedeman. Na 1 week vakantie in Scandinavië is het tijd voor mijn eerste hele triathlon van het seizoen. Dit keer wel met een ‘klein extraatje’. Het zwemmen gaat richting de grootste waterval van Zweden, het fietsen is 205 kilometer en het looponderdeel (42.2km) is een trailrun en heeft meer dan 1800 hoogtemeters inclusief een klim naar de hoogste berg in de omgeving. Omdat de dag lang beloofd te worden, is de start ook erg vroeg en gaat de wekker al om kwart over drie!
Om 4 uur worden we met alle deelnemers (91 gekken in totaal) opgehaald met de bus en naar de zwemstart gebracht waar om 5:00u het startschot gaat. Het zwemonderdeel is prachtig; in een bergmeer met helder water, omliggend bos, een lekkere watertemperatuur, weinig golven en geen gevechten met andere deelnemers wordt er in de kortste keren 3800m afgelegd. Ik zwem lekker in het voorste groepje mee en alles verloopt prima. De zwem exit is nabij de grootste waterval van Zweden, waardoor het laatste stukje nog even pittig is, maar na 58,5 minuut bereik ik de kant. Hier wordt mijn tijd gemeten middels een polsbandje die ik in een kastje moet steken, waarna ik mij naar de wisselzone moet begeven.
De tocht naar de wisselzone is een 400m lang, onverhard en steil pad. Vandaar dat mijn buddy & support van de dag, Margot, mijn schoenen heeft klaargezet zodat ik nog enigszins comfortabel naar boven kom. Boven bij de wisselzone aangekomen (die Margot tijdens mijn zwemonderdeel volledig heeft moeten inrichten), wissel ik zo snel mogelijk, zodat ik mooi bij mijn zwemgroepje kan aanpikken. Maar helaas, ergens tussen de water exit en de wisselzone ben ik mijn polsbandje verloren en zonder mag ik niet verder: PANIEK!!! Margot rent naar beneden naar de zwem exit om mijn polsbandje te zoeken, terwijl ik in mijn wetsuit/wisselzone zoek om het polsbandje te vinden, wat gepaard gaat met enkele woorden die ik hier niet zal noemen.
Gelukkig is er een dame van de organisatie die na ongeveer twee minuten (wat voelde als een kwartier) een reserve polsbandje vindt, zodat ik mijn weg eindelijk kan vervolgen. Vol adrenaline spring ik op de fiets en probeer ik mezelf niet gek te maken. Tijd verloren, maar de dag is nog lang dus niet forceren en stick to the plan! Al snel weet ik wat naar voren te fietsen in het glooiende landschap, waarbij de wind in de rug een aangename meevaller is. Aangezien er geen verzorgingsposten zijn geregeld tijdens het fietsonderdeel, mag ik hulp ontvangen van mijn support crew (Margot). Na 60km hebben we voor het eerst afgesproken. Maar aangezien zij eerst mijn polsbandje heeft gezocht, daarna nog de wisselzone (lees mijn zwemspullen) heeft moeten opruimen en in de auto heeft moeten stappen, is ze een aardige stukje achter mij. Gelukkig passeert ze mij na 50km zodat ik snel weer nieuw eten en drinken kan pakken en ik wat kleding kan afgeven.
Het fietsen in de vroege ochtend is prachtig. De bossen, meren, wegen; het is allemaal fan-tas-tisch en soms vergeet ik even dat ik met een race bezig ben. Ook omdat er stroken zijn waarbij je minutenlang niks of niemand tegen komt. Na 100km kom ik een mede fietser achterop en sluit er vanachter iemand bij ons aan en met zijn drieën (posities 2 t/m 4 in de race) fietsen we richting de tweede wisselzone. Af en toe worden we opgeschrikt door wilde beesten onderweg; zo moeten we in de remmen voor een vos en later een eland op de weg (geen grap).
De laatste 30km zijn nog wel even pittig. Toch die paar extra kilometers meer in vergelijking met een normale hele triathlon, maar ook de tegenwind en de glooiing die nu voornamelijk omhoog gaat maakt het mentaal en fysiek zwaar. De laatste kilometer is, om ons nog even uit te wringen, gemiddeld 10% omhoog. Dus lekker met het zuur in de benen gaan we beginnen aan de trailrun. Ook in de tweede wisselzone heeft Margot alles weer perfect klaargezet zodat ik ‘snel’ aan het looponderdeel kan beginnen. Het is inmiddels warm aan het worden en gezien het geringe aantal verzorgingsposten en de heftigheid van de trail, besluit ik om goed mijn tijd te nemen en mezelf goed te verzorgen nu dat makkelijk kan. Als vierde begin ik aan het loopparcours.
Het lopen begint gelijk met een steile klim en mijn benen voelen als lood. Amai, als dit zo de hele weg is, dan wordt het een bijzonder zwaar looponderdeel! Na bijna een half uur verder (en 3km…) kom ik bij de eerste verzorgingspost. Ook hier weer; goed koelen, drinken en door! Het steile trailpad verandert langzaam in een pad met veel modder en sompige ondergrond. Ik probeer er zoveel mogelijk omheen te slingeren, maar dat gaat niet altijd even succesvol! Zo verlies ik al snel op één van de modderige stukken één van mijn schoenen en ga ik niet veel later zo diep de modder in, dat ik onderuitga. Na 7 km zigzaggen door de modder op een plateau halverwege de berg, kom ik uit een op makkelijker begaanbaar pad en slinger ik het tempo weer omhoog. Op km 14 (en al bijna 2u onderweg), kom ik bij de tweede verzorgingspost.