Marloes Vos, adaptive triathlete (27): April; testen, trainen , tijdrit.
Marloes Vos, 30 jaar, adaptive triathlete, ging 10 jaar door het leven in een rolstoel. In 2016 ging de knop om en in 2018 begon haar triatlon avontuur. Na haar 1ste hele triatlon in 2021 is de geest uit de fles, Marloes is niet meer te stoppen. Naast haar fulltimebaan als productmanager zet ze zich in voor toegankelijke sport. In een maandelijks terugkerende blog voor Trikipedia.nl vertelt Marloes waar haar reis als adaptive triathlete verder heen leidt.
Op weg naar een mooi triatlonseizoen. De zoektocht naar mijn buddycrew voor 2022 is nog in volle gang. Op het moment dat ik dacht alles rond te hebben, blijkt helaas dat blessures en andere omstandigheden het maakt dat ik opnieuw op zoek ben naar buddycrew voor mij races in 2022 en daarna. Dus bij deze nogmaals lijkt het je wat een steentje bij te dragen in 2022 ben jij op 19 juni en 10 september beschikbaar om mij naar de finish te loodsen, en als je interesse hebt te buddyen in 2023, ook altijd goed om te weten. Laat het mij weten, ik ben te bereiken via de diverse socials kanalen!
Echt supertof hoe iedereen met mij meeleeft en me steunt in deze sport. Ik ben geen snelle atleet, maar de snelheid doet er niet toe. Of nou ja, een beetje wel, maar het gaat om de finish binnen de grenzen die bij mij passen. En ik denk dat dit dus ook het thema is van de maand april voor mij. Wéten waar mijn grenzen liggen; fysiek en mentaal en weten wanneer ik er veilig overheen kan gaan. Ik heb al weken veel pijn en gedoe met mijn lijf. En daarin is het opnieuw zoeken naar wat ik aankan en aan durf te gaan. Welke hulp heb ik nodig en hoe kan ik nóg gerichter trainen, herstellen en de juiste balans brengen in mijn leven.
In april heb ik na een aantal maanden uitstellen uiteindelijk mijn inspanningstesten gedaan bij TRIPRO. Jeroen geeft al maanden aan dat deze testen écht inzichten zullen geven en als Jeroen iets zegt, zit er altijd wel een kern van waarheid in. De afgelopen jaren heb ik diverse keren in het ziekenhuis bij mijn sportarts inspanningstesten gedaan, maar nooit op mijn eigen fiets of op de loopband. Dus ik dacht, ik ga ervoor. Op dinsdag de fietstest en op vrijdag de looptest. De fietstest op mijn eigen fiets scheelt zoveel, want ja, ik wil gewoon zo graag liggen in het stuur en ja, het was diepgaan. Op vrijdag de looptest, iets wat ik een stuk spannender vond. Een loopband en ik, met mijn aansturingsissues en op je hardst alles eruit persen is toch een dingetje. Met de kans op kortsluiting reëel aanwezig, durf ik dan verder te pushen of speel ik op safe? Daarom was het dan ook fijn dat we samen een plan bedachten hoe ik veilig van de loopband af zou kunnen komen. Ik heb mijzelf gepusht tot een snelheid van 12 km per uur, toen voelde ik spasmes aan komen en heb ik mij met een smak opzij kunnen gooien om zo een valpartij te voorkomen. Ik ben best trots dat het me lukte, was ik een stap verder gegaan dan was het wél goed mis gegaan. Vervolgens stel ik mezelf de vraag “zat er meer in?” Misschien wel, maar is het verantwoord? Nee.
Het doel van deze test is te zien waar en wat ik kan gaan trainen. Wat doet mijn hartslag? Welke wattages moet ik trappen? En daarnaast veel informatie verzamelen rondom mijn ademhaling en stofwisseling. Deze laatste twee zijn echt interessant. Ik kan nóg gerichter trainen en met name komen we erachter dat mijn ademhaling echt mijn beperkende factor is. Ik heb méér dan genoeg ademcapaciteit en volume, maar het vermogen om dit te gebruik is echt beperkt. Iets wat ik na de Gelreman al had ondervonden door mijn gekneusde middenrif. Ook ademhaling heeft invloed op de stabiliteit van mijn lijf. Ik heb geregeld moeite met mijn lijf te kunnen dragen en rechtop te blijven, wat niet gek is. Tien jaar rondkarren in de rolstoel is toch een andere houding dan lopen en staan. Er valt nog heel veel winst te behalen door gerichter te gaan trainen en ook mijn ademhalingstraining op te pakken. Door bewuster in bepaalde zones te gaan trainen en data te verzamelen over wanneer het goed gaat, wanneer zit ik op het randje of ga ik er over. Weet je, we zijn nooit uitgeleerd, er is altijd progressie te halen en ik merk ook dat mijn lijf nog steeds verandert.
En na de looptest op vrijdag stond mijn fiets klaar. Ik had mijn fiets dinsdag bij Jeroen laten staan, zodat hij de nieuwe cockpit, mogelijk gemaakt door de Dirk Kuijt Foundation, erop kan plaatsen. Jeroen opperde een aantal maanden geleden dat een andere cockpit een verademing zou zijn. Dit naar aanleiding van mijn verhaal over mijn ervaring tijdens de Gelreman dat de combinatie wind en in aero-positie gaan voor mij een no-go bleek. Dankzij de Dirk Kuijt Foundation is het mogelijk gemaakt deze investering en upgrade te realiseren en ik kon niet wachten om het uit te proberen.
Een week later stond de tijdrit Almere op het programma. Dus op zondag ben ik maar gelijk 90 km gaan fietsen en wauw wat is dit heerlijk! Veel minder prikkels vanuit het stuur en zoveel meer stabiliteit. Echt een genot, dit gaat mij zoveel meer comfort geven en daardoor ook meer energie om in het draaien van de benen te stoppen.
Op zaterdag 16 april is dan de Tijdrit Almere. Ik sta vroeg op, want ik wil in alle rust daar mij voorbereiden. Meerdere teamgenoten komen deze dag ook om de Team Time Trial te rijden, maar voor mij staat het doel op de 42 km tijdrit. Hard fietsen, de limiet op zoeken! Ik vind het enorm spannend dit helemaal solo te gaan doen, met allerlei snelle mannen en vrouwen op het parcours. Gelukkig starten de vrouwen eerst en besluit ik achter in het veld te starten. Op het startblok staande en dan tellen ze af van 3, 2,1 … en gáán. Oef dit heb ik alweer overleefd, rustig de bocht door en als ik op de dijk kom, voel ik dat de wind flink aan staat. Dat wordt in het begin wind tegen en op laatste stuk wind mee terug vliegen. En ook dát vind ik eng, bij heel hard fietsen krijg ik meer prikkels te verwerken en met mijn iets vertraagde aansturing is snel reageren dan nog wel eens een dingetje.
Ik had een opdracht meegekregen om op 200 Watt te vertrekken, maar ik voel al na paar minuten dat ik dit niet ga volhouden en besluit het af te schalen naar 180 Watt. Ronde 1 gebruik ik om af te tasten en ga ik ronde 2 in. De wind wordt sterker, de mannen zijn nu ook op het parcours en ik word diverse malen ingehaald. Wat tof dat veel deelnemers op het parcours me kennen en aanmoedigen terwijl ze zelf ook aan het racen zijn. In ronde 2 wanneer we de dijk weer op fietsen maak ik een schakelfout, mijn been word spastisch en kak…. de ketting ligt eraf. Maar ja, ik ga wel 35km per uur en nu… mijn hart bonkt in mijn keel. Gelukkig heb ik dit op Fuerteventura ook gehad dus bedenk ik mij snel de benen stil te houden, remmen en afstappen. Oef! Ik ben veilig tot stilstand gekomen, afstappen en nadenken. De eerste poging de ketting er terug op te leggen mislukt. Even goed diep ademhalen en de tweede poging lukt het. Maar de schrik zit er goed in.
De eerste 5 à 10 minuten na dit obstakel merk ik dat ik toch met angst fiets. Inmiddels ben ik begonnen aan ronde 3 en besluit ik mezelf te herpakken en ervoor te gaan. Met als resultaat dat ik na 42 km met 29.3 km per uur over de finish kom. Trots dat ik dit heb durven doen, dat ik in de achterhoede van de uitslagen zit mag de pret niet drukken. ‘s Middags heb ik intens genoten van de meiden die voor de team uitdaging gaan. Écht op zijn Trispirations hebben ze het gedaan, team 1 heeft als een malle geknald en team 2 reed met een lach en vol plezier. Echt daarom houd ik van deze meiden.
In de weken daarna staan de eerste lange ritten op het programma en het fietsen met mijn nieuwe cockpit is echt een genot. Ik voel ook dat ik sterker ben op de fiets. Het op wattage trainen is zo fijn, snelheid staat niet eens op mijn scherm en na afloop zie ik wel wat het is geworden. Mijn eerste 100+ rit werd een 125 km tocht waar ik intens van genoten hebt. Ik fiets maar weinig rondom Nijmegen en dan samen met iemand anders, die de route bepaald is voor mij een verademing, dat scheelt me zoveel energie. Ik hoef alleen maar te fietsen, te eten en te volgen.
Zwemmen gaat ook steeds beter, vorig jaar lag ik half april al in het open water en het begon te kriebelen. Dus besluit ik met Pasen dat we gaan dippen, samen met goede vriendin Babs zitten we zo 1ste en 2de paasdag 20 minuten in de plas en wennen aan de kou. Op zaterdag 23 april heb ik mijn eerste kilometer gezwommen in de Vinkeveense Plas. Echt open water is genieten. In het zwembad word ik ook steeds sneller en sterker dus dat zwemmen gaat vast ook goed komen.
Met het lopen ben ik al een tijdje aan het ploeteren. Vorig jaar had ik eind april al vijf halve marathons gelopen in de eerste vier maanden van het jaar en nu is dat er pas één in januari. Wel met een dik PR, maar daarna kwam ik maar niet in de runners vibe terecht. Terwijl ik werk aan de techniek, me beperk tot korte loopjes en samen met de fysio’s zorg dat de pijnen rondom rug, bekken en heup regio onder controle komen, besluit ik op Koningsdag, de Gendtse Polderloop te lopen. Een traditie, en ik heb hem in 2018 en 2019 ook gelopen op weg naar de Gendtse triatlon, dus ik denk ‘ach, lekker trainen’. Het plan voor onderweg wordt om even te testen wat ik qua hartslag aankan.
Met 49 deelnemers staan we aan de start, ik start rustig en zie iedereen naar voren vliegen. Maar ik heb een plan: netjes steady op hartslag lopen en technisch goed blijven lopen. Na de eerste kilometer voel ik dat er meer ruimte is, ik check mijn hartslag en dat ziet er positief uit. Ik besluit een tandje erbij te zetten en de komende twee kilometer lukt het mij een aantal mannen en vrouwen in te halen. Ik blijf steady lopen en ik voel dat dit iets is wat ik kan blijven volhouden. Gelukkig had ik besloten zelf sportvoeding mee te nemen en heb ik netjes ook daarin mijn plannetje aangehouden. Elke 10 minuten drinken en na 3 km, na ongeveer 20 minuten de gel erin. In de polder was het goed warm en net voor we dijk opdraaien staan er mensen met sponzen en hoor ik dat ik op de derde plek van de vrouwen lig. Ik kijk om en zie een flink gat, dus dat moet gaan lukken. Daarna kijk ik op mijn horloge en zie ik dat ik supernetjes tempo loop. In de laatste kilometer besluit ik de versnelling in te zetten en kom ik met een mooi PR over de finish. En dan ineens hoor je dat je op het podium staat. Ik weet het, van de 49 deelnemers waren het maar handje vol vrouwen. Maar tóch leuk dat je een medaille krijgt. En ik ben er ieder geval wel gestart en met het plan wat ik heb gelopen, kan ik dit in mijn zak steken.
Op naar de maand mei waar weer meer kilometers gemaakt zullen worden en waarbij ik zoals eerder geschreven heb, solo aan de start zal verschijnen van de Brouwersdam90. Super spannend, maar ik heb er ook zoveel zin in. Nog ruim 4 maanden en dan sta ik aan de start van Almere. Ik heb er vertrouwen in dat de puzzel samen met buddy’s in elkaar valt en dat ik deze zomer weer supermooie avonturen ga mogen beleven.