Column Bert Flier: Even the bad days are good – EK Crosstriathlon Stara Myjava, 2010 (deel 2)

ZATERDAG – We keken er al naar uit, het vervolg op de avonturen van Bert Flier en andere triatleten op het EK crosstiathlon van 2010. Een bijzonder evenement met bijzondere gebeurtenissen. En wie kan dat beter opschrijven dan Bert. Het verzoek om deze trip in herinnering te halen kwam overigens van teamgenote Mad Golsteyn.

Schwalbe-namen

Donderdagmiddag is de Nederlandse ploeg compleet. Schrijver dezes en Judy van den Berg waren er al, Ron Hendriks en zijn vrouw Louise zijn woensdagavond aangekomen en Lars van der Eerden en Maud Golsteyn maken donderdag rond de lunch hun opwachting in het etablissement aan de oever van het meertje van Myava. Nu we compleet zijn, is het tijd om het mountainbikeparcours te verkennen. We discussiëren over de juiste bandenkeuze. Het complete Schwalbe-programma, door de Schwalbe-marketeers voorzien van allitererende benamingen als Racing Ralph, Rocket Ron, Nobby Nic, en Furious Fred, passeert de revue. Wat is wijsheid? Iemand maakt de voor de hand liggende grap dat de Rocket Ron voor Ron Hendriks bedoeld moeten zijn. Daarop bedenken we Schwalbe-namen voor de rest van de Nederlandse equipe:

Lazy Lars – voor de rustige zondagmiddagritjes in zomerse omstandigheden.

Muddy Maud – spreekt voor zich. Uitstekend geschikt voor in de baggûh.

Jolly Judy – dit is een olijk ingestelde band, voor het meer frivole werk.

Beasty Bert – deze breed geschouderde band voelt zich het best in onontgonnen terrein.

(Rubberen Ron en Latex Lars zijn voor de binnenbandencollectie.)

Een professionele marketingafdeling doet er tijden over om dit soort concepten te bedenken, ons kost het een slordige vijf minuten. Daarna springen we op onze mountainbikes en rijden het parcours op. Dat leidt ons naar een heftige, door- en doornatte beklimming. De achterwielen slippen regelmatig door in de zompige Slovaakse klei. Mijn Racing Ralphs voelen aan als slicks. Veels te weinig grip. Ik moet een paar keer van de fiets op stukken die gewoon te nat en te steil zijn. Na twee kilometer wordt het wat beter te fietsen, maar het blijft bergop gaan tot een kilometer of zes en het is net-aan qua grip houden. We rijden dik een half uur over die zes kilometer.

Erosiegeulen en face first

What goes up must come down: na de beklimming volgt de afdaling. Die begint makkelijk met een single trail die je vol kan nemen, gevolgd door een moeilijkere passage over een bospad dat uitgesleten is door bandensporen en erosiegeulen. Je kunt de fiets hier laten lopen, mits je op tijd van spoor wisselt. Vol verwachting klopt mijn hart wanneer een routepijl, met daarnaast een bordje met een doodshoofd, ons een smal bospaadje in leidt. Ik stuur als eerste het paadje op, en kom zonder problemen de eerste technische passage door. De anderen rijden vlak achter me, ik zit lekker in het ritme, en maak me niet al te veel zorgen over de boomwortels die kriskras over het halve meter brede slingerpaadje lopen. Lekker snelheid houden, dan heb je er de minste last van. Ik denk zowaar dat ik kan mountainbiken.

Twee ogenblikken later lig ik face first in een verdorde struik. Ik heb een bocht verkeerd ingeschat en wordt gelanceerd door een opstandige boomwortel die ik over het hoofd heb gezien. Achter me hoor ik een bezorgde Maud vragen hoe het met me gaat. ‘Goed’, zeg ik, ‘niets aan de hand’. Ik probeer op te staan, maar dat lukt niet. M’n fiets ligt op m’n rug en ik kan me nergens tegen afzetten. Ik vraag Maud om me te ontzetten uit mijn benarde positie. Wanneer ze m’n fiets wegtrekt, kan ik, met veel gestuntel, weer overeind komen. Mijn selectiegenoten zijn vol lof over het geboden spektakel.

Meer capriolen

Ik wil me niet laten kennen door de buiteling en neem mijn plaats op kop van het groepje weer in. Nog geen tweehonderd meter verder duikt er plots een diep gat op. Mijn balans is niet goed: teveel gewicht op de voorvork. M’n achterwiel komt met een knal omhoog, en ik word over m’n stuur gelanceerd. Lars, die vlak achter me rijdt, knijpt van schrik te hard in z’n voorrem en voert dezelfde manoeuvre uit. Hij kan net voorkomen dat hij met z’n kruis op mijn stuur landt. We krijgen uitgebreide complimenten van de anderen voor onze capriolen. Volgens Ron maken we met deze act kans op een optreden in het Cirque du Soleil.

Onder de bagger, maar zonder lichamelijk letsel vervolgen we onze parcoursverkenning. Dat gaat wat worden morgen, besef ik me wanneer iwe met een noodgang aan het eind van het bospaadje een stukje skipiste afdenderen. We rijden in volle vaart rechtdoor, weer het bos in. Daar blijken echter geen parcoursbordjes meer te staan: we hebben een afslag gemist. We keren om, rijden terug naar de skipiste, en zien tot onze schrik dat het parcours ons recht omhoog de skipiste stuurt. De aanloop is net te fietsen, maar dan moeten we toch echt afstappen. Dit is steiler dan 25 procent schat ik. Schiebenstrecke noemt men dat in Oostenrijk. Vijf minuten duurt dit kreng, daarna nog een halve kilometer vlak en een kilometer afdalen, en dan zijn we eindelijk aan weer terug bij de start. Een dik uur hebben we gereden over 12 kilometer. Met Lars, Maud en ik rijden ‘m nog een keer. Nu zonder valpartijen. Het voelt allemaal al veel zekerder en makkelijker aan. Moet goedkomen zaterdag.

Vanwege de modder besluit ik een andere achterband te monteren. In Myjava zit een fietsenwinkel. Met Judy check ik elke band in het pand. We kopen de complete voorraad modderbanden op, waarmee wij het monopolie op grof profielbanden voor Myjava en omgeving verkrijgen. Uit de selectie banden kies ik de Continental Mountain King van 2.4 inch, waarmee ik vrijdag het rondje nog een keer rijd. Stukken beter. Ik kan alles omhoog rijden, behalve twee steile, spekgladde gedeeltes waar ik een paar technische Belgen die een minuutje voor me rijden, ook zie afstappen.

’s Middags gaan we naar Myjava voor de wedstrijdbriefing en de vlaggenparade. Beide hebben weinig om het lijf. Vermeldenswaardig is de jeugdige Slowaakse basgitarist die, samen met vier anderen, de muzikale omlijsting verzorgt van de vlaggenparade. Uit alles blijkt dat hij deze middag graag anders had besteed. Maar ja, als jij toevallig de enige jongeling bent van het dorp die een beetje met een cello overweg kan, dan ben je standaard de klos voor dit soort gelegenheden. Zijn rechterhand omvat de strijkstok als ware het een honkbalknuppel. Mechanisch beweegt hij het archet heen en weer over de snaren. De linkerhand houdt minutenlang hetzelfde accoord aan, alleen het ritme van zijn strijkarm wisselt af en toe. In de tien minuten lang durende muzikale voordracht tel ik welgeteld drie accoordvariaties. Bewonderenswaardig is wel dat hij altijd op tijd is. Ook na passages zonder cello valt hij, ogenschijnlijk achteloos en lukraak, maar wel op precies het juiste moment, in. Hij moet dit stuk honderden keren gespeeld hebben. Het musiceren kan plaatsvinden zonder zijn mentale aanwezigheid. De jongen blikt dan ook rustig in het rond. Hij is toeschouwer van zijn eigen show.

 

’s Avonds, tijdens de pasta party, krijgen we gezelschap van de Belgen Jim Thijs en Jef Dams, de mannen die voor ons in het bos fietsten. Ze blijken erg prettig gezelschap. De sfeer is goed, we delen mooie en minder mooie wedstrijdervaringen uit het verleden, en babbelen over koetjes en kalfjes en ditjes en datjes. Allemaal niet het opschrijven waard. Totdat Jef, met een geheimzinnige blik, zijn fotocamera tevoorschijn haalt. Hij wil ons deelgenoot maken van een belangwekkende ontdekking. Hij browst door zijn foto’s, en toont ons onderstaande foto. Gemaakt ergens in Tjechië.

Inderdaad. Kancelarska Technika. Kancelarska. Cancellara. Het kan niet anders, het is overduidelijk. Het is achter deze onschuldig ogende gevel dat Cancellara’s fiets moet zijn voorzien van de aandrijving die elke vorm van doping overtreft. Het resultaat kennen we inmiddels: zeges in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix van 2010.

Hadden we dit eerder ontdekt, dan zouden we een volledig Belgisch/Nederlands EK-podium hebben gehad.

(Wordt vervolgd)

Bert Flier – www.3in1Sports.com

Ruud de Haan

Ruim dertig jaar geleden aangestoken met het triathlonvirus. Als super-recreant races gedaan en door toedoen van Mels de Kievit aan de micro beland en die nooit meer los gelaten. Samen met maatje Wim van den Broek zo veel meer dan 1000 wedstrijden als speaker gedaan. Zo af en toe actief voor Eurosport als commentator bij triathlons.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.

nl_NL_formalDutch