Morena Stevens en haar Hawaii-avontuur; ‘Ik heb het gehaald! Ik heb de Ironman op Kona voltooid! – WTJ 3139
WOENSDAG – Met Morena Stevens heeft Nederland weer een triatlete, die op de langere afstanden heel ver kan komen. Dat bleek al tijdens haar debuut op de Ironman Vitoria-Gasteiz, waarmee ze direct een ticket Hawaii verdiende. En op Hawaii dook ze nota bene al meteen onder de tien uur en werd ze achtste in haar AG. Trikipedia ontdekte Morena al snel in juli na de Spaanse race en we waren uitermate benieuwd hoe ze het eraf zou brengen op de ‘Moeder aller Triathlons’. Nu, bijna drie weken later, doet ze haar relaas over die bijzondere wedstrijd:
Meedoen op het meest historische triathlonparcours ter wereld
De wekker ging om 3:45 uur, maar deze hoefde me niet wakker te maken omdat ik al een tijdje wakker was. Mijn lichaam was gespannen, want vandaag was het eindelijk zover: de kans om te racen op het meest historische triathlonparcours ter wereld, de Ironman op Kona, Hawaii. Ik stond op en snel maakten mijn ouders, broer en ik koffie en een ontbijt, zodat we om 4:20 uur klaar waren om naar de start te gaan.
Mijn broer zette ons af en parkeerde de auto vervolgens weer bij ons appartement. Omdat het parcours van de Ironman zowel door het centrum van Kona als langs ons appartement liep, hadden we zodoende die dag geen auto nodig. Nadat mijn broer ons had afgezet, nam ik afscheid van mijn ouders om de laatste voorbereidingen aan mijn fiets te treffen. Ik plaatste mijn bidons op mijn fiets, plakte mijn reepjes en gelletjes vast aan het frame, bevestigde mijn schoenen met elastiekjes en pompte wat extra lucht in mijn banden zodat ze de juiste druk hadden. Ik liep nog een keer door de wisselzone om te herzien welke stappen ik moest volgen tijdens de eerste en tweede wissel. Daarna was ik helemaal klaar voor de wedstrijd en keerde terug naar mijn ouders en broer om samen naar de start van de professionele triatleten te kijken, die om 6:20 uur van start gingen. Mijn eigen start was pas in de een-na-laatste groep om 7:15 uur, dus ik had rustig de tijd om naar mijn startvak te gaan.
Om 6:45 uur stond ik in mijn startvak, trok mijn Swimskin rustig aan en bracht nog wat zonnebrandcrème aan. Het zou een lange, zonnige en warme dag worden, dus ik moest mijn huid goed beschermen. Ik wist echter ook dat ik tijdens de wedstrijd geen tijd zou hebben om me opnieuw in te smeren, want dat zou kostbare tijd zijn. Daarom smeerde ik mezelf in de ochtend goed in. Een kwartier voor de start nam ik nog een gelletje. Er was weinig ruimte voor een uitgebreide warming-up, maar dat was niet erg, omdat mijn zwemtempo aanvoelde als een soort opwarming. Eindelijk, om 7:10 uur, was het zover en mocht ik het water in.
We zwommen met iets minder dan 200 dames richting de start, waaronder mijn leeftijdsgroep (F25-29) en de jongste leeftijdsgroep van F<24. Het was een open waterstart en we lagen met een grote groep voor de startlijn. Mijn positie voelde niet comfortabel en ik voelde de drukte van de dames om me heen. Ik hou van zwemmen, maar de drukte, de armen van andere zwemmers en de kans om af en toe onder water geduwd te worden, vond ik niet prettig.
Snelle zwemmers in helder water
Toen het startschot om 7:15 uur klonk, schoten de snelle zwemmers vooruit. Als een iets minder snelle zwemmer belandde ik in de drukte en mijn angst voor de start werd werkelijkheid. Het bleef een hectische zwemtocht, eigenlijk tot het einde van het zwemparcours. Toen ik eenmaal uit de drukte van de dames van mijn groep was, moest ik zigzaggen om de ‘langzamere’ dames van de groepen die eerder gestart waren in te halen. Dit vereiste voortdurend om om me heen te kijken en ik kon geen goed ritme vinden, wat waarschijnlijk resulteerde in extra gezwommen meters. Kortom, het was een hectische zwemtocht, maar er waren momenten waarop ik van het heldere water en de vissen kon genieten. Gelukkig waren de vissen niet bang voor alle zwemmers.
Zodra ik over de opstapbalk was, sprong ik op mijn fiets en schoof mijn voeten in mijn schoenen voordat ik snelheid maakte. Bij het naderen van de eerste bocht, hoor en zie ik mijn familie. Speciaal voor deze wedstrijd had mijn vader een vlag met mijn naam gemaakt. Hierdoor vielen ze niet te missen. In het eerste deel van het fietsparcours, ongeveer 60-70 kilometer lang, moest ik veel inhalen omdat ik een van de laatste dames was die startte en er veel fietsers voor me waren.
Ik probeerde stayeren te voorkomen door voortdurend in te halen, wat mijn ritme verstoorde. Na ongeveer 90 kilometer haalde een andere Nederlandse dame me in, en ik wist dat ze in dezelfde leeftijdscategorie zat. Dit gaf me een stimulans en ik probeerde haar niet uit het oog te verliezen. Dit lukte me tot het einde. Tijdens het fietsen lette ik goed op mijn voeding en lichaamstemperatuur. Bij elke verzorgingspost pakte ik een fles drank en gooide die over mijn armen, benen en hoofd om af te koelen, en vulde ik mijn bidon met water. Ik denk dat ik wel 5 liter heb gedronken, maar dat was ook nodig vanwege de warmte (28 graden) en de hoge luchtvochtigheid.
Verbaasd over sterk fietsen
De tweede wissel verliep soepel; de wisselzone was rustiger omdat de meeste dames nog op de fiets zaten. Vrijwilligers legden meteen een koude handdoek over me heen om af te koelen bij aankomst. Ik maakte me klaar voor het hardlopen, plande nog een snel wc-bezoek en rende de wisselzone uit om aan het laatste deel van de dag te beginnen.